A     B     C     D     E     F     G     H     I     J     K     L     M     N     O     P     Q     R     S     T     U     V     W     X     Y     Z  

 

Ponten, pontjes en veerschuiten van toen...


Kabelpontje met hoog gespannen kabel over de Loire [1695]

 


G.C.E.Crone noemde dit een Zaandammer veerschuit of torenschuit.
 Het uiterlijk was van een smal- of wijdschip, een type dat "op de stad Gouda" was gebouwd.

Het model is getuigd met sprietzeil en stagfok, hoewel op afbeeldingen van Luyken en Storck een bezaantuig is te zien.
F.N.Van Loon schrijft in 1838 in zijn  Handleiding tot den Burgerlijken Scheepsbouw: "De veerschepen van de
Zaan op Amsterdam  laveren met hunne hooge nokzeilen sneller dan de tjalk met het sprietzeil en de bezaan beide".

 

De veerpont van Groenewegen [eind 18e eeuw] met twee kleppen (aanbruggen). Het ferrietuig is langs het boord opgesteld zodat het rijdek obstakelvrij  is. Het plaatje laat een "met de vlag vooruit" koers zien, waarbij het merkwaardig is dat het ferriezeil niet verder uitstaat. Hoe ging dat bij de terugtocht? (De "weer" van de "heen-en-weer" van Drs. P). Hoe werd bij laveren voorkomen dat spriet en zeil over het dek zwaaide? De veerman houdt koers met een lange riem.

 


 

Rotterdam 1911: eerste wagenveer Vlaardingen 1976: laatste wagenveer

 


 Zestiger jaren: Wagenveren met hun in hoogte verstelbaar rijdek opgelegd in Rotterdam. afb: Scheepvaartforum

 

Kabelpontje over het nog open Rokin te Amsterdam. Het laatste pontje voer op 21 februari 1934, waarna het Rokin in 1936 werd gedempt.

J.de Vries bleef met 3 overvaarten op zijn kaartje zitten.
Amsterdam: De Tolhuispont over het IJ omstreeks 1910.

 

 

Veerwagen over het AR-kanaal, in dienst tot 1 nov 1972. Werd ook wel veertram of watertram genoemd.

 

 

De veerdienst die de verbinding tussen de Bretonse steden Saint-Malo en Saint-Servan onderhield. Door het tijverschil van maarliefst 14 meter bedacht de stadsbouwmeester van Saint-Malo een rijdende brug op rails, een tram op hoge poten die werd voortgetrokken door kabels. Hier een impressie bij eb. Bron: Het schip Utopia van Jan F, Röntgen.
 


De transbordeur of zweefveer over de Seine bij Rouan rond 1930. Archief Spaarnestad.


Het veer bij de opening rond 1900. Het werd toen nog bediend vanuit het torentje, waaronder zich een paviljoen voor eersteklaspassagiers bevond. Het tarief voor voetgangers was 5 centime (eerste klas 10 centime) en voor rijtuigen 25-40 centime. [Das Neue Universum]

 

 

Een "drijvende brug" over de Clyde in Glasgow. De krappe omstandigheden in de haven van Glasgow maakten in 1894 de bouw van een brug, die door het massaal ontwikkelde verkeer dringend noodzakelijk was, onmogelijk. Het brugplatform van de veerbrug, dat zich over de gehele lengte van het schip uitstrekt, kan met zes stalen schroeven tot een hoogte van 5 meter worden opgetild en neergelaten, waardoor het bij elk waterpeil naar de wal kan worden gebracht. Het platform kon tegelijkertijd tien beladen goederenwagons en 300 passagiers kan vervoeren. [Jaarboek Das Neue Universum 1880 - 2002]

 


Rond 1900 verscheen in dat zelfde jaarboek het artikel: "Fährboote einst und heute". Hieruit deze twee afbeeldingen. De bovenste van een kabel-stoomveerboot over de haven bij Southampton, waarbij de kabel over het schip wordt getrokken. De onderste van een Amerikaanse treinveerboot.

 


De enorme treinveerboot Père Marquette. Het schip, dat van buiten lijkt op een kolossale oceaanstomer, is 107 m lang en 17 m breed en heeft vier sporen die plaats bieden aan 16 grote Amerikaanse doorgaande wagons, ofwel twee keer zoveel goederenwagons. De rails liggen niet op het dek zoals bij andere spoorwegveerboten, maar bevinden zich in het ruim van het schip, wat de operationele veiligheid in zware zee aanzienlijk verhoogt. Het schip vervoert treinen over Lake Michigan op de 96 km lange route tussen Ludington en Manitoba en kan door ijs van 40cm dik.

 


Model van het stoomtreinveer Stavoren-Enkhuizen dat na de totstandkoming van de afsluitdijk in 1936 werd opgeheven.

 


Amsterdam 1945: De Tolhuispont tussen de De Ruijterkade en het Tolhuis in Noord.kon door gebrek aan brandstof niet meer varen. De oplossing werd gevonden in een "pontbrug" van IJponten die de verbinding vanaf het Centraal Station tot Noord instant hield. Aan de noordkant kon een opening gemaakt worden voor het vaarverkeer.


In de 19e eeuw werden voor de verbinding van beide IJ-oevers vele plannen bedacht. In 1889 zonden de heren Averkamp en Schimmel dit plan voor een vaste oeververbinding over het IJ naar de Wereldtentoonstelling in Parijs. Het meest opvallend zijn de twee ronde torens waaromheen zich een behoorlijk steile weg slingert van maar liefst 13 meter breed, zodat de rijtuigen en paardetrams uit tegenovergestelde richting elkaar konden passeren. Op de hoge middenpijler was een beweegbare brug gepland.

 

 


Het IJ-veer achter het centraal station. Foto van net na de oorlog, waarschijnlijk rond 1947.

 


Amsterdam: De Tolhuispont door het ijs in 1947.

 


Jaren later (vijftiger jaren?) een overtocht van de tolhuispont naar de De Ruijterkade (station Amsterdam).
 De pont is inmiddels gemotoriseerd, geen stoompijp meer, maar vergt door de drukte veel stuurmanschap.
Afbeelding: :kustvaartforum.com. Datum onbekend.

 


De raderboot "Veerdienst II" tussen Dordrecht en Zwijndrecht eind 19e eeuw. (archief D.Jorritsma)

 

De "Veerdienst VI" tussen Dordrecht en Papendrecht eind vijftiger- begin zestiger jaren. (collectie Harry de Groot). De veerpont was een zijlader. Links en rechts, voor- en achterschip werden het eerst "gevuld". De laatste aankomers konden door de vrije corridor naar de andere klep als eerste afrijden. Als oud Dordtenaar meen ik te weten dat de "Veerdienst X" de grootste van de vloot was.

 


Gierpont, zijlader met breed dek over twee schuiten, over de Waal bij Nijmegen rond 1904

 


Dezelfde gierpont met gierbruggen (pontons) die met de waterstand meebewegen. De gierbrug aan de overzijde steekt ver de Waal in.

 


De motorveerponten Zeldenrust 1 t/m 5 over de Waal bij Nijmegen rond 1930
Het zelfde concept als de eerdere gierpont. De grote zijladers hadden een breed dek over twee scheepsrompen.

 


Een van de laatste vaarten van de veerdienst bij Nijmegen voor de opening van de Waalbrug in 1936

 


Zo kon het ook. twee overzetveren uit de twintiger jaren.


Dit spiegelbootje, mogelijk een Hamse Jol werd gebruikt in de film Mira van Fons Rademakers.
De film speelt in de twintiger jaren van de vorige eeuw in een Vlaams dorpje aan de Schelde.

 

Het Ms Glenachulish is de enige veerpont ter wereld met een turntable (draaidek). Het is gebouwd in 1969 en onderhoud in Schotland de verbinding tussen Glenelg op het vaste land en Kylerhea op het eiland Skye. Voor deze slimme constructie is gekozen omdat de sterke stroom en getijverschillen in de engte van de Kylerhea Narrows het gebruik van fuikwanden onmogelijk maakt. Het dek wordt handmatig in de gewenste positie gedraaid en tijdens de overtocht langsscheeps.

 


 

 

 

.