De Belgisch Nederlandse Zeemansalmanak uit 1977
over olie storten bij stormweer

 

GOLFSTILLENDE OLIE

Olie breekt de geweldige kracht door de hoge golven ontwikkeld. Dit geldt vooral voor de brekers of "krullers", die opkomen als een hoge zee uitrolt wat altijd het gevaarlijkst is. Op diep water zal de olie meer uitwerking hebben dan op ondiep water, zoals op vlakke stranden. Een geringe hoeveelheid volstaat soms om aanzienlijke schade te voorkomen. De hoofdzaak is, dat, de olie zonder ophouden druppelt. Dikke, zware olie is best geschikt, als ze zich maar vlug verspreidt; desnoods maakt men ze vloeibaar met er petroleum aan toe te voegen.

HET STORTEN VAN OLIE

Grote schepen hebben daartoe geschikte inrichtingen. Kleine schepen moeten hun toevlucht nemen tot de oliezakken, welke van zeildoek zijn, ongeveer 6 liter olie bevatten en losjes opgevuld zijn met "stoppe". Zij worden goed dichtgemaakt en met een zeilnaad prikt men er enige gaatjes in. De zakken moeten tussen wind en water hangen en ver genoeg van het schip om er niet tegen te slaan.

Waar de olie storten?
Verschillende gevallen komen voor:

a) Vóór wind. en zee stomend: laat olie druppelen vooruit om het achterschip te bevrijden tegen aanrollende zeeen Is er gevaar dwars te vallen dan moet aan weerszijden olie gestort worden.
b) Bijliggend (zeilschip) en dwarszee liggend: in de loefzijde olie storten.
c) Op zee stomend: stort olie voorop; vervaardig een soort kluifhout en hang er de oliezak aan.
d) Een ander vaartuig slepend: langs beide zijden olie storten, dan wordt het gesleepte vaartuig er ook door bevrijd