A     B     C     D     E     F     G     H     I     J     K     L     M     N     O     P     Q     R     S     T     U     V     W     X     Y     Z  

 

Gaffelkanonneerboot (Van Speyk)


Scheepsmodel uit 1830.
De hoofdbewapening van de voor rivier en kustwateren geschikte boot bestond aanvankelijk uit een 18-ponder als boegstuk en twee 8-ponders als hekstukken. Het schip vertoonde gelijkenis met de Scheveningse bom en werd daarom ook wel als kanonneer-bomboot aangeduid.

Daaronder een litho van Pieter Le Comte met de titel:
Den 5 feb. 1831. De Nederlandsche Vlag bij J.C.J.van Speyk in gevaar, aan Boord Z:M: Kanonnerboot No.2.

Doordat het anker krabde geraakte op 5 februari 1831 de kanonneerboot van Van Speyk aan lager wal, waarop de Belgen aan boord sprongen. Liever dan zich over te geven liet de zes dagen eerder 29 jaar geworden commandant zijn schip de lucht in vliegen. Hoewel naast de enteraars vrijwel zijn gehele bemanning omkwam wordt deze wanhoopsdaad in de geschiedenisboekjes als heldhaftig omschreven. Slechts enkele schepelingen kregen lucht van zijn plan en wisten bijtijds overboord te springen en hun hachje te redden, waardoor zijn laatste woorden en wijze van uitvoeren bekend zijn geworden. Hij sprak volgens hen: "Dan liever de lucht in" en wierp zijn sigaar in het kruidvat. Gelukkig hebben we vandaag de dag een heel ander oordeel over mensen die zichzelf opblazen. Nadien werd de marine een tijd lang (in ieder geval nog in het adelborsten-jaarboek van 1919) met een kleinerend "Jan Kaas" aangeduid. Heden ten dage is Jan Kaas een geuzennaam voor een marinier.

 


De aankomst van Van Speyk op Zr.Ms. Kannonneerboot No.2 op de rede van Antwerpen 1831.

 


De aan lager wal geraakte kanonneerboot wordt geënterd. Collectie Scheepvaartmuseum Amsterdam.

 


Aquarel van Johannes Christiaan Schotel [1787-1838] van kanonneerboot No.2.
Het in die tijd nog niet zoveel toegepaste topgaffeltuig verhoogde de wendbaarheid van het rivierscheepje.

 


Luitenant ter zee der 2e klasse Jan Carel Josephus van Speyk. (31-1-1802 - 5-2-1831)
Anoniem olieverfschilderij, Scheepvaartmuseum Amsterdam.

Dan liever de fles op

Eind 1831 schrijft de firma Wijnand Fockink aan de heer Dieu te Amsterdam:

"... door vele aanvragen, zoals dit in buitengewone gevallen in onze fabrieken plaats had, ter nagedachtenis van de onvergetelijken Van Speijk eene Likeur te bereiden, heb ik aan dit verzoek moeten voldoen en met dat oogmerk eene Likeur gestookt, welke voortaan den naam Van Speijk zal dragen en heb ik de Eer U hiervan een proefje te zenden. Evenals de voortreffelijke daad van dien onwaardeerbaren held in onze harten zoete en bittere gewaarwordingen opwekt en zijn offer aan Oranje gebracht werd, heb ik ook getracht den smaak en het oog na te amen."
[drendei]

 

 


En tenslotte een jaar later in 1832 het plegtig vervoeren van het lijk van den Luitenant van Speyk te Amsterdam.