- Ik moet daar haring of kuit hebben.
Ik moet weten wat er aan de hand is; wat van die zaak goed of kwaad
is. Het spreekwoord is daaraan ontleend, dat de kuit- of moedervis
voor het gebruik niet deugt en niet als goede haring wordt
beschouwd.- Van Duinkerken ten haring varen.
Vlaams spreekwoord dat betekent: Er slecht afkomen omdat de
Duinkerkers, wanneer zij het waagden, mede op de haringvangst uit te
gaan, door de Hollandse vissers doorgaans werden mishandeld.
- Mijn haring braadt daar niet.
Ik hoef daar geen vriendschap te verwachten; ik sta daar niet in de
gunst; ik ben daar niet welkom.
- Hij roept van haring voor St. Jan.
Geen hoera roepen voor men over de brug is.
Het is haring voor St. Jan. Het is te vroeg gebeurd.
- Mooi weer en geen haring.
Het innerlijk beantwoordt niet aan het uiterlijk.
- Het tonnetje riekt altijd naar haring.
Je kan je afkomst niet verlochenen.
Zegswijzen, die met haring
verband houden.
Daar steekt meer in dan in een
ijdele pekelharing
Dat haalt een maal uit, zei Jurriaan en hij vond de kop van een
pekelharing.
Dat het zeewater zo zout is, komt van al de pekelharings, die erin
zwemmen.
Dat is haring om kuit gebraden.
Die kabeljauw smaakt wel, zei gekke Fop, en hij at Engelse bokking.
Er is geen bokking zo mager, of er braadt nog vet uit.
Haring in 't land, de dokter aan kant.
Het bedrog is groot in de wereld, zei de mof, en hij kocht een sprot
voor een bokking.
Het komt op ?en haringneus niet aan.
Het rookt er als in een bokkinghang.
Het is er zo vol als gepakte haring.
Hij draaft als een pekelharing op een pothuis.
Hij heeft de hersens van een pekelharing.
Hij is lelijk ten haring gevaren.
Hij krijgt een bokking.
Hij steekt de borst op als een pekelharing.
Nu zal ik je opvreten, zeí de mof en hij at een kikvors op voor een
Engelse bokking.
Overal is bedrog in, zei de koopman, men maakt zelfs panharingen en
eieren ook al kleiner.
Pekelharinkje is dood.
Roep geen haring, eer gij ze in het net hebt (of voor ze in de ton
is.)
|