Het maken en gooien van een
apenvuistje, keesje of ananas.

 


Leg in één eind van een lijn van ongeveer 25 meter een niet-schuivende lus van ongeveer 14 cm (paalsteek of oogsplits). Hou de lus tussen duim en palm van de linkerhand en rol de lijn om wijs- en middelvinger van die hand tot aan het topje van de wijsvinger (1) en vandaar af u, weer terug boven op de eerste laag (2), om tenslotte een derde laag over de eerste twee te leggen (3). Schuif het gevalletje van de twee vingers en steek je duim in het gat (4). Wind nu de lijn op, schuin om de kern heen. Elke slag moet de voorgaande kruisen (5). Draai de bol langzaam naar links tijdens het oprollen, waarbij de duim als draaias dient. Hou het gat, waar de duim in zit, vrij, door er geen windingen overheen te laten vallen. Ben je aan het eind van de lijn gekomen, sla het laatste stuk dan om de bol en leg het met een slipsteekje vast (6). De lus, uit het binnenste van de ananas, doe je om je linkerpols zoals eerder beschreven, en de lijn gooi je dan weg met de rechterhand, waarbij de bol dus van binnen uit afdraait.
Tekst en afbeeldingen: Het water op, Handboek voor zeeverkenners, 1958.