kennisbank voor pleziervaart
         en scheepvaarthistorie
 
 

Vaarroute 19, Bourtange
1  2  3  4  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  20  21  22
Route 19, Bourtange:
Winschoten - Bourtange - Ter Apel - Stadskanaal - Pekela
sluizen 16.
hoogte 2.50m
diepgang 1.20m
afstand ±80km

Te combineren met:
Route 18, Winschoterdiep
Route 20, Rondje Veendam

Route 19, Bourtange, waterkaart A, Groningen/Noord Friesland.
Trailerhellingen in Oude Pekela en Ter Apel.
Het op deze pagina gebruikte filmfragment is van René Wessels.

Verrassend
De route start in Winschoten en gaat oostwaarts tot de Pekel Aa, die ook oostwaarts gevolgd wordt tot het Bijlsterverlaat. Deze zelfbedieningssluis komt uit op de Westerwoldse Aa en we gaan direct na de sluis aan stuurboord onder het vaste bruggetje door naar het zuiden. De Westerwoldse Aa kent een aantal vaste bruggen waarvan de hoogte op de waterkaart is aangegeven als 2.50m. Na hevige regenval kan je echter bij de derde brug (Langebrug) op de koffie komen. Deze brug is een ietsje lager dan de rest en het is ons overkomen dat we een tijdje aan de loswal moesten wachten tot het waterniveau weer op normaal peil was. Dat bemalen gaat overigens snel, elk uur zo'n 5cm. Na nog een brug en een loswal moeten we bakboord uit het verrassende Veendiep op, tenzij rechtdoor een uitstapje naar Wedde wordt gemaakt.

Verrassend omdat het al snel zeer smal wordt, niet veel meer dan een brede sloot. Verrassend vanwege de overhangende bomen en de vennen en het plotseling aan stuurboord tussen de bomen liggend jachthaventje met behoorlijk wat ligplaatsen en verrassend vanwege het doorkijkje bij de Veendiepsbrug,. Zonder overdrijven kan gezegd worden dat het Veendiep tot de Groene sluis naar het B.L. Tijdenskanaal van een bekoorlijke schoonheid is. Je moet hier zachtjes varen, maar krijgt ook de neiging tot fluisteren. Sedert 2001 is het mogelijk vanaf Winschooten rechtdoor te varen tot Nieuweschans en daar rechtstreeks het B.L. Tijdenskanaal op te varen, waarmee je bovenstaande prachtige route letterlijk links laat liggen. Voor grotere schepen (breder en langer dan ±3.80 x 12m) een noodgedwongen alternatief.

Bourtange
Het B.L. Tijdenskanaal gaat over in de Ruiten Aa. Op welk punt de naam verandert weet ik niet, maar waarschijnlijk is dat bij Veelerveen. We maken daar, na de Vriescheloostersluis, een knik naar bakboord met na de brug een aanlegmogelijkheid. Bij de eerstvolgende vaste brug, de Noabersbadde, is het met een schip van 2.50m even uitkijken. De brug loopt scheef en moet aan de hoge kant vlak langs de stuurboordpijler doorgevaren worden. Na de eerstvolgende brug, de Veelerveensterbrug, is aan stuurboord een zijtak naar Vlagtwedde, waar afgemeerd kan worden bij Parc Emslander. De doorvaarthoogte is 3 meter. Op dit punt zijn we nog twee sluizen van Bourtange verwijderd en om daar te komen moeten we na de tweede sluis direct bakboord uit het Bourtange kanaal op, dat bij het plaatsje eindigt in een havenkommetje met niet te veel aanlegplaatsen. Bourtange is een voormalige grensvesting, die nog tot 1851 als zodanig heeft gefunctioneerd en eind 16e eeuw werd aangelegd op een tange (zandrug) in het toenmalige Bourtanger Moeras. De typische vorm van het marktplein en de daarvan straalsgewijs uitgaande straatjes, de zigzaglijn van de buitengracht en nog enkele 17de-eeuwse huizen getuigen van de voorgeschiedenis van het dorp, dat in 1967 is aangewezen als een beschermd dorpsgezicht in de zin van de Monumentenwet. Sindsdien is een groot reconstructie- en restauratieplan uitgevoerd. Ook buiten het eigenlijke dorp liggen nog enkele schansen van de voormalige vesting. Het retranchement De Linie (uit 1796) is met omringende gronden eigendom van de stichting het Groninger Landschap. (bron: Encarta). Rondom het marktplein zijn vele interessante winkeltjes, waar voor jong en oud valt te genieten. Ook is een rondleiding mogelijk.

Ruiten Aa
Tot Ter Apel zijn we op ons zelf aangewezen. Er zullen vele bruggen en sluizen gedraaid moeten worden. Het is een heel leuke ervaring, maar eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat het met twee boten gemakkelijker gaat. De voorste boot meert af, gebruikt zijn sleutel om de bomen te sluiten en de brug te openen en laat de tweede boot door, die na het kunstwerk afmeert. De schipper van die boot geeft zijn sleutel aan de brugopener, die nu op zijn beurt doorvaart en niet meer afmeert. De brugsluiter laat de brug zakken, opent de bomen en haalt de sleutel, die nu de zijne is geworden, uit het slot. Bij het volgende kunstwerk herhaalt zich dit. Het wisselen van sleutel is noodzakelijk, omdat deze pas na sluiting van de brug en opening van de afsluitbomen, te verwijderen is. Als het konvooi groter is gaat deze wisseltruc niet meer op. Het makkelijkst is dan om een opvarende van de voorste boot de brug te laten openen, die konvooi en eigen schip doorvaart verleent en aan de andere kant na sluiting weer opgepikt wordt. Het voorste schip sluit daarna achter aan. Bij elke volgende brug wordt zo steeds een volgend schip voorste. Dat alles als rechtgeaarde watersporters in goede harmonie.

Ter Apel
Het Ruiten Aa kanaal eindigt bij Ter Apel in het Ter Apelkanaal. De laatste zelfbedieningsbrug is een grote aan een drukke verkeersweg. De afsluitbomen en verkeerslichten gaan via een knop en je zult moeten wachten tot de weg redelijk vrij is. Onder de brug door gekomen gaan we, als je niet in de jachthaven (bakboord) wilt overnachten, stuurboord uit en komen al snel bij de eerste bediende brug. Een lange wachttijd is mogelijk, want de brugwachter bedient meerdere bruggen en gaat (met het konvooi) mee. Vanouds lag hier, nog juist behorende bij Westerwolde, een complex van landerijen, begrensd door moerassen en woeste gronden dat 'Apell' werd genoemd. Het ontstaan van het dorp Ter Apel hing nauw samen met het klooster dat hier in 1465 verrees. Dit klooster bezat uitgestrekte landerijen, meerdere boerderijen, twee watermolens en een steenbakkerij. Daarnaast deed het klooster dienst als passantenhuis, waar reizigers een gastvrij onderdak en gratis spijs en drank konden krijgen. Het kloosterdorp was omgeven door bos en gelegen tussen twee rivieren: de Ruiten Aa en de Runde. In de tweede helft van de vorige eeuw breidde Ter Apel zich uit met veenkoloniale lintbebouwing. Het kloostercomplex, dat nog steeds in het bos ligt en als museum dienst doet, kan bezocht worden.

Stadskanaal
De brugwachter gaat nu met ons mee en Ter Apel gaat bijna ongemerkt over in Musselkanaal. Het is de jongste plaats op onze route. Voor 1850 was er nog weinig gebouwd. De meeste huizen lagen toen op de zandrug de Horsten. In de tweede helft van de 19e eeuw kwam ze echter verder tot ontwikkeling. In Musselkanaal zijn ze er trots op om, samen met Stadskanaal, te behoren tot de zogenaamde langste winkelstraat van Europa. De kanaaloevers zijn de laatste tijd jaren ingrijpend veranderd. Het varen is een aparte belevenis. Daarbij zijn vooral de oevers een bezienswaardigheid. Er kan overal aangelegd worden. Het kanaal heet hier inmiddels Stadskanaal. Van het Spoordok is een moderne jachthaven gemaakt met douche, toiletruimtes, aanlegsteigers en een stortplaats chemisch toilet. De sluizen zijn authentieke "verlaten", zoals ze vroeger gebruikt werden en worden nog steeds handbediend. Ze zijn vanaf Veendam genummerd als 1e verlaat t/m 7e verlaat. In omgekeerde volgorde passeren wij het 6e t/m het 2e. Voorbij de 3e Verlaat komen we bij de Eurobrug in Stadskanaal waar prima aanlegplaatsen en een toiletgebouwtje zijn.
Het bestuur van de stad Groningen, dat grote belangen had in de turfhandel, liet het Stadskanaal in 1766 graven van het Bareveld in zuidoostelijke richting, evenwijdig aan de provinciegrens. Daarmee was de aanzet voor het ontstaan van een nieuwe nederzetting gegeven. Al in 1787 werden de eerste twaalf huizen langs het Stadskanaal gebouwd. In de loop van de negentiende eeuw werden de venen ter weerszijden van het kanaal vergraven. De nieuwe inwoners vestigden zich veelal langs het kanaal, bij de verlaten, de vervening op enige afstand volgend. Aangezien het kanaal werd gegraven in een sterk hellende ondergrond moesten in totaal acht sluizen worden ingelegd om het verval van ruim tien meter tussen Wildervank en Ter Apel te overbruggen. Omdat de turfschepen vaak lang voor deze sluizen moesten wachten om geschut te worden vormden ze een aantrekkelijke vestigingsplaats voor handelaren en nijverheidslieden. Zo ontstonden er een aantal woonkernen langs het kanaal die in de loop der tijd aaneengroeiden tot een geheel. Het Stadskanaal was gedurende de negentiende en het begin van de twintigste eeuw een van de drukste vaarwegen van ons land. Kilometerslange scheepvaartfiles voor een sluis waren geen zeldzaamheid. Waar veel scheepvaart was, waren ook veel scheepswerven. Er werden niet alleen binnenschepen gebouwd maar ook zeewaardige tjalken, die voeren op de Oostzeehavens en Engeland.

Pekela
Voorbij het 2e verlaat en nog een brug gaan we stuurboord de afslag naar het geheel gereconstrueerde Pekelerhoofddiep op. Hier worden de Pekela's doorgevaren, resp. Boven Pekela, Nieuwe Pekela en Oude Pekela. Pekela is rond 1600 ontstaan, toen met de ontvening van dit gebied een aanvang werd gemaakt. Na de verveningsperiode ontstonden de scheepsbouw en de scheepsvaart. Vanaf het eind van de achttiende tot het begin van de twintigste eeuw hebben vele schepen, die de Pekela als thuishaven hadden, de wereldzeeën bevaren. In 1863 bestond de vloot van Pekela nog uit maar liefst 163 schepen. In mei 1990 is in een voormalige "kapiteinswoning" in Nieuwe Pekela een klein museum ingericht waar veel uit dat verleden in beeld is gebracht. Doordat de schepen steeds groter werden, was Pekela op een gegeven moment niet meer bereikbaar en kwam er een eind aan dit tijdperk. In Nieuwe Pekela nam de betekenis van de landbouw sterk toe en in Oude Pekela ontstond industrie. Er verrezen strokarton- en aardappelmeelfabrieken, die decennia lang werk boden aan een groot deel van de bevolking, maar ook van het Pekelerhoofddiep een open stinkend riool maakten. Gelukkig heeft de reconstructie voor een ware gedaanteverwisseling gezorgd.

Thans is er sprake van een rustieke waterloop, voorzien van schoon water, nieuwe beschoeiingen, kaden, kadeversieringen, beplanting, nostalgische verlichting en nieuwe bruggen. Voorbij Oude Pekela gaat het diep over in Pekel Aa en na een paar kilometer zijn we terug bij ons uitgangspunt Winschoten.
Bron: O.a. digitale steden Stadskanaal en Pekela.