|
|
Vaarroute 18, Winschoterdiep |
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 |
Route 18, Winschoterdiep: Stad Groningen - Dollard sluizen 1, meestal open. hoogte onbeperkt diepgang > 2.50m afstand ±35km met "uitstapjes" ± 60km Te combineren met: |
Route 18, Winschoterdiep, waterkaart A, Groningen/Noord
Friesland.
Trailerhellingen in Zuidbroek en Scheemda.
Voor de "uitstapjes" is de kruiphoogte 2.50m en diepgang 1.20m
Het Winschoterdiep is een van de grote kanalen in de provincie Groningen. Het leidt van de stad Groningen tot het riviertje de Rensel bij Winschoten. Samen met het van Starkenborgkanaal is het Winschoterdiep de belangrijke Oost-West verbinding van de scheepvaart in de provincie. Het kanaal is ongeveer 35 km lang zonder vaste bruggen. De hier beschreven route loopt nog 12km verder via Pekel Aa en Westerwoldse Aa naar Nieuweschans om uit te komen op de Dollard.
Het eerste stukje Winschoterdiep, dat al rond 1400 werd gegraven van de stad Groningen naar de oorspronkelijke Hunze bij Roodehaan (heet nu vanaf Zuidlaardermeer "Drentse Diep") was maar 5 km lang en werd pas begin 17de eeuw verlengd tot Zuidbroek, Het heeft met de zuidelijke zijkanalen de ontginning van het veengebied mogelijk gemaakt en de verbinding gevormd tussen Oost-Groningen en de stad Groningen. Deze kanalen zijn er voor het vervoer van goederen wat de laatste jaren met steeds grotere schepen wordt gedaan. Door het doorbreken van de vervoerstrend over de weg, gaan we terug naar vroeger jaren met het veiligste transportmiddel van deze tijd. Voor ons als watersporter is zo'n groot kanaal minder interessant om te varen. Toch is dit kanaal een snelweg die leidt tot prachtige rustige "weggetjes". Van Groningen tot en met Zuidbroek zijn de bruggen bemand of via een centrale bediend. Alles wordt er met de camera gevolgd. Je hoeft je maar een keer te melden bij de eerste brug via marifoon of meldknop. Het kan zijn dat er af en toe even gewacht moet worden. Dat komt omdat er vanuit de centrale maar twee bruggen tegelijkertijd bediend kunnen worden. Als het opvaarteken even op zich laat wachten, worden er waarschijnlijk al meerdere schepen geholpen. Als je rustig de brug nadert, komt het teken meestal binnen een minuut.
Aan het Winschoterdiep worden in de omgeving van Hoogezand grote coasters gebouwd. De dwarshellingen zijn ontstaan uit de vervening. Men had werven nodig voor de bouw van turfschepen en bolschepen. In de stad Groningen ontstonden zo de reparatiewerven. Dat waren er velen, want bijna elk huis was per boot bereikbaar. Na de zeilvaart is overgeschakeld op nieuwbouw van dieselschepen, waarbij merkwaardig genoeg het stoomtijdperk is overgeslagen. Een tewaterlating van zo'n reus zou je eigenlijk een keer moeten meemaken. Het is onvoorstelbaar dat een schip van zulke afmeting gewoon zijdelings het water in geschoven wordt. Aan dit gedeelte van het Winschoterdiep zijn een paar plekken waar je (gratis) kunt aanmeren. Deze zijn net ten oosten van de Waterhuizerbrug. Verder zijn er enkele goede (passanten) havens.
Zuidbroek
50 meter voor de Zuidbroeksterbrug bevindt zich een vrij kleine 1.40 meter diepe, knusse
haven, waar ongeveer 40 schepen kunnen liggen. De haven heeft een douchecabine en
toiletten. Er is een wasmachine waar je tegen een kleine vergoeding gebruik van kunt
maken. Elektrische aansluitpunten zijn in de haven aanwezig. Ook is er water om te
bunkeren. Het winkelcentrum bevindt zich op 100 meter van de jachthaven. Hoe klein
Zuidbroek ook is, je zult er alle dagelijkse boodschappen kunnen doen. Qua evenementen is
er in Zuidbroek niet veel te beleven. Met een bowlingbaan in het plaatselijk hotel (prima
keuken) bij het station houdt het eigenlijk wel een beetje op. Een bezienswaardigheid is
overigens het Schnitgerorgel in de hervormde kerk. En als je de fiets pakt, zijn prachtige
tochten mogelijk. Zuidwaarts ben je binnen een kilometer al midden in de natuur.
In oostelijke richting verder varend, zie je in de verte een hoge brug met daarvoor de
dubbele keersluis. Aan bakboord de laatste bebouwing van Zuidbroek en aan stuurboord nog
een haventje met een scheepvaartbedrijf.
Scheemda
Drie kilometer verder doemt Scheemda op. Om een uitstapje naar Termunterzijl te maken moet
hier aan bakboordzijde een vaste brug van 4m onderdoor gevaren worden, met even verder een
loopbrug van 2.90m. We komen dan op een vaartje dat tot in het centrum van Scheemda loopt
en waar prima aangelegd kan worden. Vroeger tevens gebruikt als gemeentelijke jachthaven,
maar inmiddels is een aparte jachthaven gerealiseerd (rechterzijde foto, maar
onzichtbaar). Dit aardige plaatsje is rijk aan historisch waardevolle gebouwen en rustieke
plekken. Er kan gewandeld worden op het vrij toegankelijke "Ennemaborgh", waar
je in het wild levende paarden, de Tarpans, kunt tegenkomen. Grappig om te vermelden is,
dat de toren van Scheemda, gebouwd in ± 1570, een digitaal carillon heeft.
Nieuwolda en Termunterzijl (hoogte 2.50m)
Vanuit het haventje van Scheemda kan aan het einde bakboord uit, het Termunterzijldiep
opgegaan worden. Er moet geschut worden door een zelfbedieningssluis, waarvan de sleutel o.a. bij de havenmeester verkrijgbaar is. We gaan
omlaag en komen op een prachtig stukje vaarwater. Bij het gehucht "'t Waar" is
aan de westzijde een idyllisch havenkommetje waar uitstekend overnacht kan worden.
Vroeger kon dat gratis, nu moet er betaald worden. Het haventje hoort bij de Waarschipwerf, die de van Bruynzeel watervast hechthout gemaakte
waarschepen (zeilboten) bouwde, maar het gehele complex staat al een paar jaar te koop. Er
wordt dus geen onderhoud gepleegd en er zijn geen voorzieningen, toch is de diepgang nog
steeds zo'n 1.20m. Of een nieuwe eigenaar het haventje in stand zal houden is niet bekend.
Inmiddels (2002) is bekend dat een groep investeerders onder de naam "Waarschip
Nederland b.v." de werf nieuw leven gaat inblazen. Bij Nieuwolda is een
gemeentelijke jachthaven, maar er zijn ook mooie aanlegsteigers aan de bosrand. In beide
gevallen is liggeld verschuldigd. Je kunt het kinderwagenmuseum bezoeken, maar ook een
kijkje nemen bij het voormalige stoomgemaal "De Hoogte", waar je langs vaart.
Het gemaal dateert van 1892, maar is in 1935 voorzien van een Brons dieselmotor. Er worden
wisselende tentoonstellingen georganiseerd. Ons vaarwater komt uit bij Termunterzijl, waar
e.v.t. buitenom naar Delfzijl gevaren kan worden. Het plaatsje is van oudsher een
vissersplaats. Er wordt nog wel op garnalen gevist, maar het mag niet in vergelijk staan
met zoals het eens was. Ook de visafslag is er helaas niet meer. Wat wel gebleven is, is
de typische sfeer van een vissersplaatsje. Zo liggen er altijd nog garnalenschepen in de
haven. Die komen ook zo nu en dan met de vangst binnen. Altijd een mooi
schouwspel. De sluisbrug bij de vissershaven heeft een zandstenen borstwering uit
1724. Inmiddels is het mogelijk via een apart kanaaltje tussen Termunterzijl en de
Oosterhornhaven binnendoor naar Delfzijl te varen en zo op route 17,
Damsterdiep te komen.
Heiligerlee en Winschoten
Al of niet terugkomend van het uitstapje naar Nieuwolda en Termunterzijl, komen we op het
Winschoterdiep een kilometer voorbij Scheemda bij de Graaf Adolfbrug. Vlak voor de brug is
aan stuurboord een inham met een prima steiger voor zo'n 4 tot 5 plezierjachten. Met de
fiets zit je zo in Heiligerlee om in het museum een indruk te krijgen van een belangrijk
stukje vaderlandse geschiedenis. De slag bij Heiligerlee in 1568, waar invallende troepen
onder Lodewijk van Nassau een overwinning behaalden op de Spaanse troepen, wordt n.l. als
het begin van de Tachtigjarige Oorlog beschouwd.
Verder varend is de stad
Winschoten na zo'n 5km via het riviertje de Rensel bereikbaar. De enige brug in de Rensel
heet de Renselbrug. Dat is een op afstand bestuurde brug. Een trek aan het touwtje of een
roep op kanaal 22 en de brug wordt zo spoedig mogelijk geopend.
De in 1995 aangelegde jachthaven van Winschoten is de Renselhaven en heeft plaats voor 100
plezierjachten. De haven heeft douche en toilet in een aparte cabine. Ook is er nog
een kade aan de overzijde, waar tegen hetzelfde tarief, aangelegd mag worden. Het silhouet van Winschoten wordt
voornamelijk bepaald door de 41 meter hoge "Olle Witte", daterend uit de 16e
eeuw en drie korenmolens uit de 18e en 19e eeuw. Bekend is Winschoten vooral door het stadscentrum met de langste
winkelstraat van het noorden en het Rosarium, waar 's zomers 250 rozenvariėteiten
bloeien.
Vanaf Winschoten naar het oosten doorvarend, komen we onder een spoorbrug door op de Pekel Aa, die zuidwaards naar Oude Pekela loopt, maar oostwaarts (onze richting) doorgaat tot het Bulsterverlaat, waarna we terecht komen in de Westerwoldse Aa. Het Bulsterverlaat is een zelfbedieningssluis, waar geen sleutel voor nodig is. Deze sleutel, die voor verdere tochten in de provincie Groningen toch wel nodig is, kan overigens verderop bij de brugwachter Klein Ulsda, tegen betaling van een borg, opgehaald worden. Het is goed te weten dat de pauze hier tussen de middag 2 uur lang is. Een uur langer dan elders. Dat geldt voor de bediening van alle kunstwerken aan de Westerwoldse Aa, het mooie rustige riviertje dat via Nieuweschans en de schutsluis van Nieuw Statenzijl uitmondt in de Dollard.
Nieuweschans
De plek van het huidige vestingstadje Nieuweschans werd in de 14e eeuw bijna geheel door
de Dollard verzwolgen. Nadat het land in de 16e eeuw nog eens door zware stormvloeden werd
geteisterd, kon de Dollard zich ongeremd in het achterland uitbreiden. Vanaf die tijd
echter begon men de zee door actieve inpoldering en geholpen door natuurlijke aanslibbing
terug te dringen, waarbij strategisch belangrijk grensgebied ontstond. In 1628 werd daarom
op de grens tussen land en zee een vestingwerk, de "Nieuwe schans" aangelegd.
Gedurende de 17e en 18e eeuw
werd de vesting versterkt en uitgebreid. Over een periode van meer dan twee eeuwen behield
de vesting haar strategische betekenis en doorstond veroveringen en plunderingen. Nadat
echter de enige overgang van de Duits-Nederlandse grensvenen in 1780 werd ontmanteld en
het Nederlandse garnizoen zich in 1815 terugtrok, waardoor tenslotte het verwaarloosde
fort 65 jaar later definitief werd opgegeven, kwam de zaak in verval. Wallen werden
afgegraven, grachten gedempt en het oorspronkelijke karakter van de grensvesting leek
voorgoed verloren. Rond de zeventiger jaren van de 20e eeuw nam de belangstelling voor het
historisch grensplaatsje weer toe. Een grondige restauratie was het gevolg. Het voormalige
exercitieterrein met aanliggende bebouwing is aangewezen als beschermd dorpsgezicht en
sinds 1985 is Nieuweschans het eerste kuuroord van Nederland, doordat in de bodem op 600
meter diepte, zout bronwater is gevonden. Het water is niet alleen zout maar zit ook nog
vol mineralen en wordt rechtstreeks uit de bron opgepompt naar het kuurbad. Bij
binnenvaren van het plaatsje kan direct na de houten loopbrug aan bakboordzijde afgemeerd
worden. Het kuuroord ligt aan de overzijde.
Het laatste stukje van onze tocht langs de grens met Duitsland voert naar de schutsluis en het gemaal van Nieuw Statenzijl. Er kan aan de wachtsteiger in overleg met de sluismeester overnacht worden. Het betrekkelijk kale landschap is wellicht niet de aangewezen plek hiervoor, maar de imposante sluiswerken met prachtig uitzicht op de Dollard, moet je gezien hebben.