kennisbank voor pleziervaart
         en scheepvaarthistorie
 
 

Vaarroute 14, Dokkum
1  2  3  4  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  20  21  22
Route 14, Dokkum:
Vanaf Bergum of Zoutkamp naar Leeuwarden
hoogte vanaf Bergum: 2.50m
hoogte vanaf Zoutkamp: staande mast
sluizen vanaf Zoutkamp: 1

Te combineren met:
Route 12, Friese meren NO
Route 13, Franeker/Harlingen
Route 16, Pieterburen

Route 14, Dokkum, waterkaart A, Groningen/Noord Friesland.
Trailerhellingen in Zoutkamp, Dokkumer Nieuwe Zijlen, Kollum, Zwaagwesteinde, Zwemmer, Burgum, Hallum en Leeuwarden.

Uiteraard kan de route ook vanaf Leeuwarden gevaren worden met als eindpunt Bergum of Zoutkamp. Hoewel het niet zo hoort, zijn de plaatsnamen op Hollandse schrijfwijze gebruikt, met daarachter de officiële Friese benaming. Excuus aan de Friezen. Veel van de informatie op deze pagina komt van www.friesnet.nl en www.friesland.org. Voor afbeeldingen is o.a. medewerking verleend door de Digitale Regio Friesland en verder is dankbaar gebruik gemaakt van informatie van VVV Fryslân en tekst van de gemeente Ferwerderadiel.

Vertrekpunt Bergum (Burgum)
Vanuit Bergum varen we over een stukje Pr. Margrietkanaal naar het Bergumermeer. Op het Bergumermeer wordt bij de splitsingston bakboord uitgedraaid naar de Kuikhoornstervaart. Het eerste gedeelte is vrij breed met geliefde stekkies voor vissers. Misschien vanwege opgewarmd water van de elektriciteitscentrale? Voorbij de lage spoorbrug is aan westelijke zijde een jachthaven waar ook brandstof kan worden ingenomen, we zijn bij Zwaagwesteinde (De Westerein). Bij de even verder gelegen passantenhaven kunnen we prima op adem komen voor het volgende stuk, dat tot de kruising met de Stroobosser Trekvaart, door het prachtige elsensingellandschap van de Wouden voert. Voordat we bakboord de Stroobosser Trekvaart opgaan is het aan te bevelen een klein stukje door te varen tot Westergeest met leuke aanlegmogelijkheden.

Westergeest (ook wel: Foestrum)
Westergeest ligt in "the middle of nowhere" op de kruising van Stroobossertrekvaart en Nieuwe Zwemmer. Veel rust en ruimte dus. Er kan aan bakboord aangelegd worden bij het "Ljeppershiem", een terreintje aan de Zwemmer met fierljepschans, speelvijver, speeltuin, kantine etc, of aan stuurboord bij jachthaven "It skipjagersgat" en bij camping "Oan 'e Swemmer". Westergeest ligt op natuurlijke verhoging in het landschap, een "diluviale zandkop". Waarschijnlijk is deze zandkop ooit opgehoogd tot terp en dus al zeer vroeg bewoond. De naam Westergeest is afgeleid van deze zandkop. Geest (of gaast) betekent namelijk verhoogde zandgrond. Voor de tweede naam, Foestrum, wordt de volgende verklaring gegeven. Westergeest zou vroeger de naam Fostera gehad hebben, naar de heidense godin Fostera. Hieraan werd later heim toegevoegd, dus Fosteraheim, dat verbasterde tot Foestrum. Toen echter het Christendom zijn intrede deed werden de geestelijken zich bewust van het heidense karakter van deze naam en kreeg het dorp de naam Gaest of Westergast. Foestrum werd zoveel mogelijk belachelijk gemaakt en werd een scheldnaam. Een tweede verklaring is wat simpeler. De inwoners van Westergeest hadden de naam nog wel eens wat agressief te zijn en snel met de vuisten klaar te staan. Om die reden gaven mensen ten zuiden van Westergeest de naam Foestrum, afgeleid van het Friese woord fûst, dat vuist betekent. In de laatste eeuw was bijna iedereen boer, dat wil zeggen, heel veel mensen hielden er naast hun eigenlijke werk vee op na. Tegenwoordig vinden de inwoners meestal buiten het dorp werk. De middenstand is in de loop der jaren tot bijna nul terug gelopen. Tegenwoordig is alleen nog een kruidenierswinkeltje over, dat tevens functioneert als postagentschap. Verder is er natuurlijk een dorpscafé, Foestrum genaamd, waar je ook terecht kunt voor de 'vette hap'.
Bron: Digitaal dorp Westergeest.

Stroobosser Trekvaart
De Stroobosser Trekvaart loopt van Stroobos bij het Pr. Margrietkanaal tot het Dokkumer Grootdiep bij Dokkum en het is zeker de moeite waard deze vaart eens geheel af te varen. Het gedeelte waar we nu varen ten NW van Westergeest is behoorlijk smal en een rustige vaart is noodzakelijk. Met de kerktoren van Dokkum in zicht moet op het laatste stuk tot het Dokkumer Grootdiep de afslag (althans het lijkt een afslag) naar stuurboord richting pal noord genomen worden. Het stukje rechtdoor is namelijk doodlopend. Op het Dokkumer Grootdiep gekomen passeren we de achterzijde van een grote discotheek alvorens Dokkum binnen te lopen.

Dokkum
In de elfsteden- en watersportstad Dokkum barst het letterlijk van de ligplaatsen. Het is mogelijk aan de oostkant voor de bruggen te liggen, maar met een doorvaarthoogte van minder dan 2.60m kan ook stuurboord het Grootdiep gevolgd worden om midden in het stadje te gaan liggen. De doorgaande route voor grotere schepen is de bakboordkant over Woudpoorstgracht en Zuidergracht via de beweegbare Woudpoortsbrug. Er moet hoe dan ook hfl 7.50 bruggeld betaald worden bij de westelijke Altenabrug. Als je dus niet verder vaart naar Leeuwarden, maar terugkeert in oostelijke richting is geen bruggeld verschuldigd. Indien mogelijk gaat de schipper altijd in de Zuidergracht liggen net voorbij de Woudspoortbrug, of iets verder aan het Zuider Bolwerk. De gehele dag is het een komen en gaan van schepen met soms leuke taferelen tijdens het wachten voor de brug. Dokkum behoort tot de mooiste vestingsteden van Fryslân en bestond reeds in de achtste eeuw als Nordac. Op de oude vestingwallen kun je prachtig rondom de historische stadskern kuieren. Ze vormen een bijna perfecte zeshoek met op de hoeken de dwingers, zoals bastions in Fryslân heten. Tijdens de wandeling krijg je een goede totaalindruk van de wallen waarachter de Dokkumers zich eeuwenlang veilig voelden. Met name het Westerbolwerk is zeer fraai. Een groot gedeelte van de wallen is intact gebleven en waar nodig zijn ze prachtig gerestaureerd naar het model van het Oud Nederlandse Stelsel. Op twee dwingers staan de korenmolens De Hoop en Zeldenrust. Ondanks de naam van laatstgenoemde is alleen De Hoop nog in bedrijf. In de oude binnenstad met vele hoge straatjes kom je weinig auto's tegen En bij een bezoek aan Dokkum hoort natuurlijk ook de vermaarde Dockumer Kofje. In ieder café is deze koffie verkrijgbaar. Verder mogen we natuurlijk de Bonifatiuskapel in het uitgestrekte processiepark niet vergeten. Bij de geneeskrachtige bron waart zijn geest nog altijd rond. Het processiepark staat geheel in het teken van Bonifatius, alias ‘De Martelaar’ en is sinds de oprichting (1925) een geliefde bestemming voor bedevaartgangers. De deels overkapte kapel wordt echter ook regelmatig gebruikt voor culturele evenementen. Over de Bonifatiusbron doen vele verhalen de ronde. Zo zou het water geneeskrachtig zijn. De bron is te vinden in het voormalige Weeshuis, hotel-restaurant De Abdij van Dockum.

Birdaard (Burdaard)
We verlaten Dokkum via de Altenabrug richting Dokkumer Ee. Dit stukje Dokkumer Ee tot Bartlehiem wordt tijdens de elfstedentocht twee keer afgelegd. Bevaar het dus met eerbied... De Ee heeft tot Burdaard hier en daar kleine aanlegmogelijkheden. Burdaard zie je al van verre aankomen door de wieken van molen "De Zwaluw", de hoogste molen van Friesland en nog steeds in bedrijf. Hij is uniek vanwege de multifunctionele mogelijkheden: een koren-, graan- en houtzaagmolen. De molen kan tijdens het seizoen op de normale openingstijden maar ook volgens afspraak bezichtigd worden. Over Burdaard schreef de Waterkampioen in 2002: "Burdaard met de prachtige molen en een hoog Ot en Sien-gehalte". Het plaatsje heeft direct na de brug aan noordelijke zijde een heuse jachthaven, maar iets verder kan ook prima aan de kade worden aangelegd. Met ingang van 2004 zijn er bij de molen fietsen te huur. Vanaf Burdaard per fiets de omgeving verkennen, zorgt gegarandeerd voor een leuk dagje uit. Zo ligt het plaatsje Hegebeintum binnen handbereik. Hier bevindt zich de hoogste terp (8.80 m) van Nederland met fraaie kerk en bezoekerscentrum (met exposities). Met een sloep is het zelfs mogelijk om deze door ZKH Prins Willem Alexander en HKH Prinses Maxima bezochte bezienswaardigheden, varend te bereiken. Daartoe vaar je voor Burdaard de oude vaart / Ferwertervaart op; denk bij de laagste brug bij "Bolle Holle" wel om je vlaggenmast. Twee beweegbare bruggen zorgen in Burdaard voor een goede doorvaart en kosten per schip samen 2 euro. Een overnachting of een middagpauze is aan te bevelen. Let wel op de bruggen. Deze sluiten tijdens de middagpauze heel punctueel en het is dan ook mogelijk dat je tussen de bruggen "gevangen" wordt. Vanaf Dokkum komend moet de vaartijd goed berekend worden aangezien er voor de eerste brug bij wachttijden geen goede aanlegmogelijkheid voor handen is. Het dorp is een warme bakker rijk, die bekend staat om zijn uitstekende Oranjekoek en Sûkerbôlle, een eetcafé bij de brug met een uitstekende lunch. Verder zijn een bezoek aan het Ruurd Wiersmahûs en een rondleiding aan de westzijde van de Dokkumer Ee midden in het dorp, een absolute must. Aan de oostzijde bevindt zich een supermarkt, die indien gewenst de boodschappen (tegen betaling) aan boord brengt.

Bartlehiem
Vanuit Birdaard komen we al snel bij de beroemde brug van Bartlehiem. Deze ligt aan de noordzijde van de Dokkumer Ee over de Finkumervaart. De doorvaarthoogte is 2.35m. "Tienduizend toeschouwers, spandoeken, hoempaorkesten. Bartlehiem, tussen Dokkum en Leeuwarden, staat altijd garant voor een bruisend Elfstedenfeest. Het gehucht vormt een markant kruispunt op de Elfstedenroute. Het wereldberoemde bruggetje waaronder de schaatsers doorrijden is voor de schaatsliefhebber een bedevaartsoord. Zelfs hartje zomer komen buitenlandse toeristen speciaal voor het bruggetje over de Finkumervaart naar het dorp. De rijders van de Tocht der Tochten komen twee keer langs dit punt. Voor veel rijders is Bartlehiem een psychisch wak. Maar wie het kruispunt voor de tweede voorbij koerst, weet dat de finish nabij is en het felbegeerde Elfstedenkruisje binnen handbereik is gekomen."
Een citaat uit NRC handelsblad uit 1995

Hallum
Even ten noorden van Bartlehiem bevindt zich aan de westzijde van de Dokkumer Ee de Hallumer trekvaart. Het dorp Hallum heeft een aardig haventje vlakbij het standbeeld van Freerk van Hallum, de eerste abt van Mariëngaarde. De Grote Kerk (met grafkelder) en de terp zijn het aanzien meer dan waard. En op het gezellige terras van eetcafé "De Viersprong" is het goed toeven. Aan de haven liggen ook de historische gebouwen van beschuitenbakker Van der Meulen. Aan de zuidzijde van de haven aan de zwaaikom is tevens een trailerhelling beschikbaar.

Na Bartlehiem is het nog zo'n 5km tot Leeuwarden.


Vertrekpunt Zoutkamp.
Vanuit Zoutkamp gaan we via het Lauwersmeer naar het Dokkumer Grootdiep; om precies te zijn naar Dokkumer Nieuwe Zijlen. De vaarroute over het Lauwersmeer is simpel. Houd op de Slenk aan bakboord de steekbakens in zicht en je komt vanzelf bij de scheidingston DD2-S1. De steek- of prikbakens aan die zijde zijn bijeengebonden als een bezem en hebben dezelfde betekenis als groene betonning. Vandaar uit koers je binnen de betonning pal zuid en kom je langs het eilandje Senneroog op het Dokkumerdiep dat via een paar bochten bij de Nieuwe Sluis uitkomt. Na schutten moet stuurboordwal gehouden worden voor het begin van het Dokkumer Grootdiep. Als je op het Dokkumerdiep blijft is een leuke omweg mogelijk via Kollum en Westergeest. De beschrijving gaat echter eerst nog even "rechtdoor". Het Dokkumer Grootdiep biedt een behoorlijk aantal Marrekrite plaatsen. Na de eerste brug kan aan bakboordzijde overigens alsnog doorgestoken worden naar het Dokkumerdiep via het Oude Dokkumerdiep. Je kunt dat "oude" diep ook prima gebruiken als overnachtingsplek. Terugkomend op het Dokkumer Grootdiep kon in het verleden voorbij de Stienfekbrug aan de noordzijde brandstof ingenomen worden. Ik meen dat je er ook terecht kon voor gasflessen en watersportartikelen. Dat is echter alweer een tijdje geleden en ik weet niet of het bedrijf daar nog gevestigd is. Na 5km zijn we in Dokkum en voor de verdere route moet vanaf daar gelezen worden.

Via Kollum
In Kollum zijn aan de Zijlsterrijd een aantal goede aanlegsteigers. Een overnachting is de moeite waard. Zo'n 1000 jaar geleden bestond er al een kleine nederzetting, Colheim geheten.  In de loop van de volgende eeuwen is het grondgebied van de gemeente door landaanwinning en bedijking sterk toegenomen.  Door de ligging van Colheim aan een brede natuurlijke stroom die in verbinding stond met de Lauwerszee, was Kollum geschikt als haven voor de uitvoer van boter, kaas en vooral granen. In de 16de eeuw was Kollum, naast de steden een belangrijk handelscentrum. Die functie werd nog versterkt door de stichting van een waaggebouw waardoor onder meer een aanzienlijk deel van de Dokkumer kaashandel naar Kollum werd overbracht. De 16e en een deel van de 17e eeuw betekenden voor Kollum en daardoor mede voor de gehele gemeente, een periode van grote bloei. Diverse panden aan de Voorstraat herinneren nog aan deze bloeiperiode. Vanuit Kollum kan in zuidelijke richting doorgevaren worden tot de Stroobosser Trekvaart die in westelijke richting moet worden opgedraaid. Een mogelijk rustpunt onderweg is het plaatsje Westergeest bij de kruising met de Nwe Zwemmer. Kijk voor het vervolg van de route aldaar.