De beschrijving van de Zuidwestelijke Friese
meren is dusdanig lang, dat een splitsing gemaakt moest worden. Op de vorige pagina deel I, met de meest westelijke meren 1 t/m 4 en
omliggende plaatsen. Op deze pagina deel II, de meren 5 t/m 10.
Meren, plassen en plaatsen op beide pagina's
in alfabetische volgorde.
5. Slotermeer
Het Slotermeer ligt precies tussen drie plaatsen: Sloten, Balk en Woudsend.
Twee met tonnen gemarkeerde waterwegen verbinden deze plaatsen met elkaar. Het meer is
relatief ondiep, buiten de vaargeulen zo'n 1,20m, met aan de zuidzijde wat dieper. Aan de
oostkant is het water naast de vaargeul circa 1m diep. Als volwassene kan je dus bijna
overal staan. Aan de randen van het meer kan de diepte soms teruglopen tot minder dan 1m.
Ligplaatsen vind je alleen in de kanalen die de plaatsen verbinden en in de daar aanwezige
jachthavens. Aan de noordzijde vormt de Ee de korte verbinding met Woudsend, aan de
zuidwestzijde de Luts naar het plaatsje Balk en aan de zuidzijde het Slotergat naar
Sloten.
Sloten (Sleat)
Sloten was vroeger van groot strategisch belang. Het kleinste stadje van de Friese elf
steden was met zijn indrukwekkende verdedigingslinies tot de tanden gewapend. De grachten,
wallen en waterpoorten maken van Sloten een onneembaar bolwerk. In Sloten is het alsof de
tijd heeft stilgestaan. 's Zomers op een terras is dan ook iedereen aan te raden. Het Diep
dat dwars door Sloten loopt, was van groot economisch belang. De huizen aan Het Diep zijn daarvan het statige bewijs. Je ziet bijna alle
klassieke gevels naast elkaar. De voorstellingen op de gevels laten zien dat de
zuivelhandel erg belangrijk is geweest. Vooral aan boter werd goed verdiend. Een bezoek
aan het museum Stedhûs Sleat in het voormalige stadhuis is een aanrader, naast zaken uit
de Sloter historie is er de "Laterna Magica", bestaande uit een uitgebreide
collectie toverlantaarns met meer dan 10.000 plaatjes. Daarnaast zijn er allerlei
cinematografische instrumenten en is er zo'n 50 kilometer aan oude films. De collectie Ten
Heuvel bestaat uit een gevarieerde hoeveelheid kledingstukken en meer dan 1000 waaiers uit
alle windstreken. Op het bastion is overigens ook de korenmolen met stelling te
bezichtigen. Het zal duidelijk zijn dat Sloten graag bezocht wordt om zijn authentieke
karakter, dat vooral tot leven komt in de maanden juli en augustus. Dan houdt de
plaatselijke schutterij een oude traditie in ere. Iedere vrijdagavond om klokslag 20.00
uur wordt het kanon afgevuurd.
6. Koevordermeer (Koufurdermar)
Het Koevordermeer is heel ondiep Buiten de vaargeul
stoot je, zeker in het noordoostelijk deel, direct op vaardieptes tot slechts 40cm. Aan de
noordzijde enkele aanlegplaatsen op de Janesloot die naar de Langweerder Wielen voert. De vaargeul door het meer is
het Pr. Margrietkanaal tussen Lemmer en Sneek dat in 1951 gereed kwam. Aan de westzijde van het meer
is de Welle, die naar Woudsend voert. Deze vaarverbinding kan alleen genomen worden met
een kruiphoogte van minder dan 1.55m. Aan de zuidelijke ingang van het meer ligt een
kleine jachthaven. Het Pr. Margrietkanaal loopt hier naar, of zoals je wilt van, de Groote
Brekken. Je passeert in zuidelijke richting een zestal windturbines met daarna bij de brug
van Spannenburg, het baken voor menig watersporter, de KPN communicatietoren.
7. Groote Brekken
De Groote Brekken is het "huismeer" van
Lemmer. Het ligt NO van Lemmer aan het Pr. Margrietkanaal en is vanuit Lemmer via de
Zeilroede en het Stroomkanaal in luttele minuten te bevaren. Oostelijk van de vaargeul is
over het algemeen het water 1.50 m. diep en daardoor voor veel zeilboten goed te bevaren.
Aan de Noordwestzijde zijn aan een klein eilandjes enkele aanlegplaatsen bij de ingang van
de Rijnsloot, die overgaat in de Kromme Ee en het Brande Meer om uiteindelijk via de
Woudsloot als brugloze route naar Sloten te voeren. Dit korte stukje vaarwater van 4km
naar Sloten bestaat dus uit vier in elkaar over lopende wateren. Tegenover de Rijnsloot
ligt aan de oostzijde de Follegasloot, die naar het Tjeukemeer
voert.
Lemmer (De Lemmer)
Lemmer werd in de 19de eeuw, toen de haven van Kuinre begon te
verzanden, een belangrijke haven- en vissersplaats. Tegenwoordig is Lemmer als
toegangspoort tot Friesland een belangrijk watersportcentrum. Het is een bijzonder
gezellig toeristisch plaatsje geworden. De kades van de Zeilroede, die Lemmer verbindt met
het Stroomkanaal naar de Groote Brekken liggen 's zomers vol met passanten en bruinevloot
schepen. Voor onze oosterburen is het een favoriete stek om van daaruit Friesland te
verkennen. Het is dan ook geen uitzondering dat je in winkels in de Duitse taal wordt
aangesproken. Vanuit het IJsselmeer en de Noordoostpolder kom je Lemmer binnen door de
Lemstersluis. Deze ruime kolk met schuine kademuren kan heel wat
schepen bergen, toch zijn er in het hoogseizoen wachttijden. Er moet in de sluis betaald
worden voor doorvaart door Lemmer. De hfl 10,- (1999) geldt echter ook voor de bediening
van de drie volgende bruggen. Lemmer bezit het enige nog in werking zijnde stoomgemaal van
Europa, het Ir. D.F. Woudagemaal uit 1920. Het is te vinden aan de oostzijde van de Pr.
Margrietsluis. Verder kan een bezoek gebracht worden aan de oudheidskamer Lemster-fiifgea,
voor een vleug regionale geschiedenis. De Lemsteraak met platte bodem en brede boeg
ontleend zijn naam aan Lemmer en wordt nog wel gebouwd, maar nu als pleziervaartuig. Het
koninklijk jacht Groene Draeck is een Lemsteraak.
8. Tjeukemeer (Tjûkemar)
Het Tjeukemeer, Fryslân's grootste
binnenmeer, is een enorme plas water van meer dan 2000 ha en bij flinke wind loopt er een
pittige golfslag. Er zijn vier betonde vaargeulen. Van de Pier Christiaansloot bij Echtenerbrug naar het westen naar de Follegasloot, de
verbinding met de Groote Brekken; van de Pier
Christiaansloot naar het noorden tot het eilandje Tsjûkepôle; van Tsjûkepôle westelijk
naar Scharster Rijn, de verbinding met de Langweerder Wielen, of oostelijk naar
Broeresloot of Vierhuistervaart, die naar de Tjonger loopt en van de Follegasloot richting
noorden, ook naar de Scharster Rijn. Houdt er rekening mee dat op het Tjeukemeer
waterskiën is toegestaan. De eilandjes Tsjûkepôle, Marchjepôle en Gânzetippe (bij de
snelweg) bieden aanlegmogelijkheid voor in totaal zo'n 140 boten.
Echtenerbrug
Echtenerbrug (Ychtenbrêge), gelegen aan de Pier Christiaansloot, wordt samen met het
tegenover gelegen Delfstrahuizen (Dolsterhuzen), ook wel de poort naar Friesland genoemd,
vandaar een jachthaven met de naam Merenpoort. Er zijn langs de Pier Christiaansloot vele
aanlegplaatsen en Echtenerbrug wordt vooral aangedaan om te foerageren of brandstof en
water in te nemen. Aan de westelijke binnendijkse oever, net voor de brug is een
bunkerplaats aan het water. Het plaatsje kent daardoor in de zomer een gezellige drukte.
We vinden, net als in Lemmer ook hier veel Duitse
watersporters en menig huurschip heeft Echtenerbrug als thuishaven.. Op de luchtfoto
hiernaast is duidelijk de poortfunctie naar het merengebied te zien met aan de bovenzijde
het begin van het Tjeukemeer. De brug aan de onderzijde op de foto stond op het moment van
de opname open.
9. Langweerder Wielen
Het meer Langweerder Wielen ligt op een kruispunt van vaarwegen, met aan de zuidzijde
de dorpen Langweer (Langwar) en Boornszwaag (Boarnsweach). Aan westelijke zijde zijn nogal
wat jachthavens, waarvan bij Langweer twee passanten havens. Het meer kent dieptes die
variëren tussen de 1.20m. en 1.80m. en er wordt met graagte gezeild. Meerdere vaargeulen
zijn betond en voeren naar de uitvalswegen (wateren). Aan de zuidzijde langs Boornszwaag
loopt de Scharster Rijn naar het Tjeukemeer.
De Janesloot aan de westzijde gaat naar het Koevordermeer,
de Langweerdervaart aan noordwestzijde naar de Zwarte Brekken (niet genummerd op het
kaartje) en de Noorder Oudeweg aan de noordoostzijde onder een vaste- en een beweegbare
brug naar het Sneekermeer. De vaste brug heeft
overigens een doorvaarthoogte van 12m.
Joure (De Jouwer)
De naam Joure wordt vaak verklaard door het Friese "hjouwer" voor
"haver". Dit is zeer twijfelachtig. De oudfriese naam van Joure is Hiouwere of
Hiouwera wat betekent overzet/overhaal. Bij Leeuwarden ligt nog een plaats met bijna
dezelfde naam. Wetende dat de vaarten en meren grotendeels in de 14e en 15e eeuw zijn
gegraven zal deze uitleg het meest waarschijnlijke zijn. Joure heeft wel een (wapen)schild
met de verklaring over de haver welke boven de ingang van het voormalige gemeentehuis
hangt. Joure hoort thuis onder het rijtje oude vlecken. Tot het nieuwe rijtje horen oa.
Heerenveen en Gorredijk (17e eeuw). In 1466 kreeg Joure marktrechten. Het landschap rond
Joure in die tijd moerassig, venig en bosrijk werd ingepolderd en tot goed ontwaterde
akkers en weilanden omgezet. Het typische Friese landschap is vrijwel geheel door
mensenhanden gevormd. Her en der vind je nog aanwijzingen in het landschap die aan die
tijd herinneren; bossages, kronkelige vaartjes. Joure is de hoofdplaats van de gemeente
Skarsterlân welke na de fusie 1984 is ontstaan uit Haskerland en Doniawerstal.
Skarsterlân omvat 30 dorpen en is qua oppervlak de grootste gemeente in Friesland. Dit
komt door de vele meren die tot het grondgebied horen (Tjeukemeer, Langweerder Wielen en
Snekermeer (80%). Joure heeft veel te bieden maar in de zomer het meest; ballonfeesten,
braderieën, fiets/wandeltochten, subtropisch zwemmen, kuieren met gildemeester, museum,
goed winkelcentrum en goede eetgelegenheden. Kortom Joure moet je beleefd hebben op de
zwerftochten over de Friese meren. Afmeren in de gezellige passantenhaven dicht bij het
centrum waar kamperen ook tot de mogelijkheden behoort.
NB. Heerenveen en Skarsterlân zijn momenteel bezig het gebied tussen Joure en Heerenveen
voor de watersporter nog aantrekkelijker te maken. Het is mogelijk dat er nieuwe meren
worden gemaakt in de Haskerveenpolder waardoor er een kortere route ontstaat tussen deze
twee plaatsen. Realisatie waarschijnlijk ca.2015.
Met dank aan Arjen de Ree.
10. Sneeker Meer
Het Sneekermeer is één van de bekendste meren van
Friesland. Een verzamelplaats van vele soorten watersportactiviteiten. Bijna midden door
het meer loopt het Pr. Margrietkanaal, de hoofdwaterweg van Groningen naar Amsterdam.
Ligplaatsen vind je rond het starteiland, waar ook een grote jachthaven is. Verder kun je
aanleggen bij Paviljoen Sneekermeer. De ligplaatsen van de Marrekrite bevinden zich in de
Joustervaarteen, die van het Zuidwestelijk gebied in Noordelijke richting voert en in het
Zuidwestelijke gebied van het meer. Aan de Noordzijde van het meer wordt de doorgang
afgescheiden door een sluis, die vrijwel altijd open staat. Gemakshalve wordt met het
Sneekermeer het gehele merengebied aangeduid, waarbij de namen van de meren aan de
zuidzijde overgeslagen worden. De Goingarijpster Poelen (zuidwest) en de Terkaplester
Poelen (zuidoost). De Noorder Oudeweg vanuit de Langweerder Wielen heeft nabij de
Goingarijpster Poelen ook vele ligplaatsen aan oostelijke zijde evenals bij het plaatsje
Terherne. Het dorp is omgedoopt tot "Kameleondorp".
Sneek (Snits)
De gemeente Sneek, ook een van de Friese elfsteden, heeft een rijke historie. De stad en
de dorpen zijn rijk bedeeld met monumenten en oude stads- en dorpsgezichten. Het
is zeker de moeite waard om verder te kijken dan de Waterpoort (1613). Onder andere ook
het stadhuis, de Grote of Martinikerk, de nog steeds bewoonde Epemastate
in Ysbrechtum en de hervormde kerk van Offingawier verdienen aandacht. Door de
jaren heen zijn vele oude stukjes Sneek gemoderniseerd, maar de pronkstukken worden
gekoesterd. Ook de grachtengordel van Sneek is nog bijna helemaal intact. Zo tonen het
Grootzand en het Kleinzand hoe de kleine vrachtschepen vanaf de Houkesloot en de Geeuw
(via de Waterpoort) tot in het hart van Sneek konden komen om daar gelost of geladen te
worden. Hoge herenhuizen met monumentale gevels en pakhuizen herinneren hier nog aan. Ook
geven talrijke kleine straten rondom het centrum de binnenstad een intiem karakter. Als
uitgaanscentrum voor Zuidwest-Friesland kent Sneek een groot aantal restaurants, cafés en
bruine kroegen. Tijdens de Sneekweek, wordt er in Sneek gefeest, overdag op het
Starteiland, een eiland in het Sneekermeer van waaruit de wedstrijden in de verschillende
bootklasses worden gehouden en 's avonds in Sneek. In heel Sneek kan met op gezellige
terrasjes zitten met veel live muziek en ook kan men lekker over de kermis slenteren. In
de stad zijn prima aanlegplaatsen aan de Geeuw en de Houkesloot, die net buiten de stad
ook veel aanlegsteigers heeft.
Akkrum
Akkrum is gelegen aan de Boorne naar Oldeboorn (Aldeboarn). De naam Akkrum komt men voor
het eerst tegen in 1350 (Ackrom). De bevolking vond een bestaan in veeteelt, visserij,
handel en ambacht. Door de unieke ligging aan wegen, waterwegen en de spoorlijn (aangelegd
in 1868) bloeide de industrie en handel op. Akkrum is door deze unieke ligging
tegenwoordig bekend als recreatiedorp. Enige tijd geleden is het aquaduct Leppa aangelegd,
waarmee een nieuwe (verbeterde) vaarroute gerealiseerd is. Aangezien de bouw van het
aquaduct nogal wat ruimte eiste, is de rivier de Boorne omgelegd. De doorvaart van de
Meinesloot naar de kromme Knillis richting Pr. margrietkanaal of Zijlroede richting
Pikmeer is zeer druk bevaren. Wachttijden bij de (betaal)brug zijn meer regel dan
uitzondering. Je vindt in Akkrum naast een jachthaven een aparte haven voor passanten.
Voor foerage zijn er tal van winkels en een supermarkt en de plaatselijke horeca is
behoorlijk vertegenwoordigd. Verder zijn er meerdere watersportzaken en
reparatiebedrijven. Bezienswaardig is de in 1900 gebouwde Coopersburg, die een naar
Amerika geëmigreerde Akkrummer heeft laten bouwen als tehuis voor armen en ouderen. De
Akkrumer F.H. Kuipers emigreerde en werd in Amerika een vermogend zakenman onder de naam
Cooper. Tijdens het jaarlijks bezoek aan zijn vader viel hem de armoede onder de
oude dorpsbevolking op en daarom riep hij een stichting in het leven die tot doel had de
armen onderdak en verzorging te geven.