kennisbank voor pleziervaart
         en scheepvaarthistorie
 
 

Vaarroute 8, Oostelijk Flevoland
1  2  3  4  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  20  21  22
Route 8, Oostelijk Flevoland:
Ketelhaven - Larserbos - Lelystad
sluizen max. 3
hoogte 5.90m
diepgang 2.40m
afstand binnendoor 55km, of buitenom 75km

Te combineren met:
Route 9, Zuidelijk Flevoland
Bij doorvaart Almere hoogte 2.50m, diepgang 1.20m

(tekst in 2010 geactualiseerd m.m.v. Johan van der Toolen)
Route 8, Oostelijk Flevoland, waterkaart E, Randmeren - Flevoland.
Trailerhellingen in Biddinghuizen, Dronten en Lelystad.

De droogmaking van Oostelijk Flevoland begon in 1950. Zeven jaar duurde het maken van een ringdijk en het droogmalen van het ingesloten gebied. Met 54.00 hectare land is Oostelijk Flevoland tot op heden de grootste Nederlandse polder. In februari 1953 werd de bedijking tijdelijk stilgelegd vanwege de watersnoodramp in Zeeland. Personeel en materieel van de Dienst der Zuiderzeewerken werden ingezet voor herstelwerkzaamheden aan de dijken op Schouwen-Duiveland. In Oostelijk en Zuidelijk Flevoland was het winnen van landbouwgronden niet langer het voornaamste doel van de inpoldering. Huisvesting en recreatiemogelijkheden voor mensen uit de overbevolkte randstad waren nu belangrijker.
Deze route door Oostelijk Flevoland kan begonnen worden bij Ketelhaven of Lelystad, maar wordt beschreven vanaf Ketelhaven met de wijzers van de klok mee. Verder wordt voor de heenweg de Hoge Vaart genomen. Bij Flevoland denk je al gauw aan lange kale polderwegen. De vaarroutes 8 en 9 brengen een verrassing. Natuurlijk kennen de Hoge- en Lage Vaart lange rechte stukken, maar nooit is het saai. Het landschap vanaf het water is gevarieerder en brengt ons afwisselend door akkers met -afhankelijk van het jaargetijde- heerlijk geurende gewassen, weilanden en veel bos. Het is duidelijk te merken dat men bij de inrichting van de polder de voorkeur gaf aan recreatie en natuur.

Ketelhaven
Officieel is Ketelhaven dat pas van 1969 dateert, de buitenhaven van de Ketelsluis die toegang geeft tot de Flevopolder. Maar watersporters gebruiken de naam Ketelhaven ook voor de passantensteigers direct beneden de sluis, een prima plek om een nachtje door te brengen gekoppeld aan een wandeling naar het gemaal Colijn. Erg interessant is verder de expositie "De Grote Schoonmaak" in het infocentrum IJsseloog van het ministerie van verkeer en waterstaat aan de Ketelmeerdijk nr.1 over de bouw van het slibdepot in het Ketelmeer. Volg bij het binnenvaren vanaf het Ketelmeer de betonde geul, er is een ondiepte. De sluis zelf kent een groot verval naar beneden de polder in. Het Rijksmuseum voor Scheepsarcheologie is verhuisd naar Lelystad, waar het vanuit de Bataviahaven goed te bezoeken is (naast de Bataviawerf).

Biddinghuizen
Na Ketelhaven wordt voor deze routebeschrijving gekozen voor de Hoge Vaart. Deze ligt daadwerkelijk hoger dan de lage, want voor de Lage Vaart moet na 200m aan stuurboord alweer door de Kampersluis geschut worden om nog een stukje (ongeveer 80cm) verder te zakken, De sluismeester van de Ketelsluis bedient deze sluis op afstand. Het kan zijn dat je aanwijzingen krijgt via de speakers, waarbij je overigens kunt terugspreken. We vervolgen onze tocht echter rechtdoor richting Biddinghuizen, alwaar zich voor de brug een jachthaven en na de brug een passantensteiger bij een loswal bevindt. De passantensteiger wordt geëxploiteerd door de jachthaven, er moet liggeld betaald worden. Alle voorzieningen van de haven zijn voor de gebruikers van deze steiger toegankelijk. De jachthaven heeft uitstekende faciliteiten, t.w: mooie douche- en toiletgelegenheid, wasmachine en droger, afvoer chemisch toilet, drinkwater, dieselolie en propaangas. Bij de steiger is tevens een watertappunt (niet erg geschikt voor het vulllen van een watertank, wel voor jerrycans). Het splinternieuwe winkelcentrum (2009) is op loopafstand en je kan op de fiets het attractiepark Six Flags bezoeken. Op woensdagmiddag is er de weekmarkt, naast het winkelcentrum. Na Biddinghuizen volgt een recht stuk met aan bakboordzijde eerst een park en verder weer akkers. Na een kilometer of vier aan stuurboordzijde een rustige passantensteiger met vrij snel daarna een afslag naar stuurboord. Deze moet genomen worden om de Hoge Vaart te vervolgen. Het stuk rechtdoor heet Hoge Dwarsvaart en sinds 1 april 2002 kan hier via de sluis Lovink naar de
Randmeren geschut worden, waarmee de vaarmogelijkheden aanzienlijk zijn vergroot.

 De vaartocht door de Hoge Dwarsvaart is bijzonder door de mooie natuur die daar is ontwikkeld. Vlak voor de sluis is aan bakboord een kunstwerk in het water gelegen, de Blauwe Dromer. De bediening van de sluis gebeurt op afstand. Via aanwezige camera’s kan op een centrale bedieningspost meegekeken worden naar het scheepvaartverkeer bij de sluis. Vanuit deze centrale bedieningspost wordt niet alleen de sluis bediend maar ook de Vollenhoverbrug en de Elburgerbrug over de Randmeren. De sluis heeft een kolklengte van 20 meter en een doorvaartbreedte van 5 meter. Dat betekent dat twee kleinere schepen gelijktijdig geschut kunnen worden. Over de sluis is (in de dijk) een brug gebouwd met een doorvaarthoogte van 7 meter. Onze beschreven route gaat echter niet rechtdoor, maar neemt de afslag, waarna een stukje voorbij de brug weer stuurboord uit gegaan moet worden om via zelfbedieningssluis Larsersluis op de Larservaart te komen. Dit sluisje biedt de mogelijkheid Flevoland dwars over te steken naar de Lage Vaart bij Lelystad.

Larserbos
Ongeveer halverwege komen we door het Larserbos met een passantensteiger. Het is de moeite waard de reis hier te onderbreken. Het Larserbos is zoals alles in Flevoland weliswaar jong, maar als je er rondwandelt zou je dat niet zeggen. Er is een grote recreatieplas, waar vooral tegen de avond veel vogels komen rusten en foerageren. Bovendien leven in de omgeving van de aanlegplaats bevers, die enkele jaren geleden zijn ontsnapt uit het Natuurpark in Lelystad. Zij hebben zich hier in een beverburcht gevestigd (zie de schijnbaar achteloze "takkenhoop" op de foto), waarvan de ingang zich onder water bevindt.

Een fietstochtje naar het dichtbij gelegen Vliegveld Lelystad (met daarbij het Aviodrome, het lucht- en ruimtevaartmuseum) moet eigenlijk ook. In het museum is de vertrekhal van Schiphol anno 1928 nagebouwd, en men beschikt over een zeer grote collectie luchtvaartuigen (waaronder een Constellation, een Russische MIG 21 en "de Spin" van Fokker). Ook is het mogelijk om vanaf het museum een vliegtocht te maken met onder andere een Catalina Vliegboot. De Larservaart kruist verderop de Lage Vaart en we kunnen naar keuze stuurboord uit richting Dronten; we blijven dan in de polder, of bakboord richting Lage Dwarsvaart om bij Lelystad Haven buitenom terug te keren naar het beginpunt van de route. Rechtdoor is een vast laag bruggetje van 2.30m en als je daar onderdoor kunt kan je via een aardig omweggetje door Lelystad ook richting Dronten gaan.

Via Dronten
De Lage Vaart terug brengt ons langs Dronten, waar een jachthaven is, maar waar je naar keuze ook aan een loswal -bovenzijde plaatje- kan overnachten. Dat kan best, want vanwege de sluizen wordt er 's nachts in de polder niet gevaren door beroepsvaart. De gemeente Dronten bestaat uit de dorpen Dronten, Biddinghuizen en Swifterbant en de buitenplaatsen Ketelhaven en Roggebotsluis en bestaat vanaf rond 1960.
Over geschiedenis kan je dus nog niet spreken, hoewel de Drontenaren behoorlijk prat gaan op de archeologische vondsten (onder meer de oudste menselijke resten van Nederland). Eigenlijk behoort het "nieuwe land" (zoals de polderbewoners hun provincie wel noemen) tot de oudst bewoonde gebieden van Nederland. Ver voor onze jaartelling liepen er namelijk op het grondgebied van de huidige gemeente al mensen, die behoorden tot wat we nu de "Swifterbant-cultuur" noemen. Jagers en verzamelaars die op de droge gronden van het Flevomeer, de latere Almare -Almere- op jacht gingen, tijdelijke kampementen opsloegen, maar ook hun doden achterlieten in de bodem (zie ook Vollenhove). Nu kunnen we deze doden en enkele andere restanten van dit volk dat 6000 jaar geleden ter hoogte van Swifterbant leefde nog bekijken in het museum Schokland. De Drontenaren zelf vonden dat na veertig jaar hun centrum al was versleten en hebben dat – en de daarin gelegen Meerpaal, het van vroegere tv-uitzendingen zeer bekende theater – geheel gerenoveerd. Het dorp is inmiddels op weg om een kleine stad te worden met dorpse trekjes. De groei gaat relatief snel en er is een hele nieuwe wijk aan de andere zijde van de Lage Vaart bijgebouwd. Dat moet het nieuwe centrum worden met een haven, het geheel omringd door groene ruimte die al zo karakteristiek aanwezig is in Dronten.

Swifterbant
Na Dronten varen we verder richting uitgangspunt Ketelhaven. Na een kilometer of twee kan bakboord afgeslagen worden naar de Swiftervaart met een doorvaarthoogte van 4.25m. De vaart eindigt na een scherpe knik in de jachthaven van WSV Swifterbant. Bij aankomst kan op de passantensteiger een leensleutel gepakt worden voor het toegangshek. In 2005 zijn haven en toegangsvaart uitgediept tot 1.70m (wsv-swift.nl). Swifterbant heeft een mooi stukje bos en het is leuk met de fiets naar de Ketelbrug te rijden, om lekker aan de oever van het Ketelmeer te zitten en te kijken naar de schepen die voorbij gaan.

Via Lelystad
Vanuit de Larservaart kunnen we ook rechtdoor Lelystad in, of als je hoger bent dan 2.00m, stuurboord de Lage Vaart op en na 1,5km aan bakboordzijde het Gelders Diep in met een mooi steigertje voor zo'n 4 schepen. Om winkels te bereiken zal je wel de fiets moeten pakken en het Gelders Diep uit moeten rijden. Met een doorvaarthoogte van < 2.45m kan je daar overigens varend naar toe. Ben je van plan buitenom terug te varen richting Ketelmeer, dan moet bij de kruising Larservaart - Lage Vaart bakboord uit gedraaid worden om na 2km aan stuurboordzijde de Lage Dwarsvaart te nemen, die naar Lelystad Haven voert met de Noordersluis naar het Markermeer. Vanuit het Gelderse Diepkan men gewoon zijn koers vervolgen. Voordat we verder gaan iets meer over Lelystad zelf. Met de bouw van Lelystad werd begonnen in 1966. Lelystad was een plaats waar het wegenpatroon aangelegd moest worden volgens de tangenten -raaklijnen- structuur, die een zo gelijkmatig mogelijke spreiding van het verkeer beoogt met een volledige scheiding van de verkeerssoorten in en rond de stad. Op papier is dat allemaal prima, maar in de praktijk miste de stad de knusheid van oudere of anders ontworpen steden. En ondanks goede trein- en wegverbinding met de Randstad kende Lelystad jaren van leegloop ten gunste van Almere, dat dankzij de planologische ervaring met Lelystad veel "vriendelijker" is gebouwd en bovendien het voordeel heeft tegen de Randstad te liggen. Gelukkig kent Lelystad nu weer toeloop en vooral huizen aan het water zijn in trek. Momenteel wordt hard gewerkt an een nieuwe spoorverbinding met Dronten, Kampen en Zwolle. Bij Lelystad aan de Oostvaardersdijk bevinden zich het Nieuw Land Poldermuseum en de Batavia-werf, waar het 17de-eeuwse VOC-schip Batavia en het Admiraliteitsschip Zeven Provinciën te bezichtigen zijn. Ook Bataviastad, het eerste outlet-centrum van Nederland is hier gevestigd. Hier kan men tegen aanzienlijke kortingen merkkleding kopen.

Het is mogelijk om daarvoor naar Lelystad Haven te varen, maar de Bataviahaven ligt veel dichter bij al deze trekpleisters. Deze nieuwe haven wordt steeds verder ontwikkeld tot een moderne invalspoort voor de stad. Verder zijn in Lelystad gevestigd het Aviodrome (luchtvaartmuseum nabij het vliegveld) met daarin het Ruimtevaartmuseum. Het grondgebied van de gemeente omvat een groot aantal natuur- en recreatiegebieden, w.o. de Oostvaardersplassen, Overijsselse Hout, boswachterij Lelystad, Hollandse Hout en Burchtkamp en het Natuurpark Lelystad (met een leuk bezoekerscentrum). Ze liggen op wat grotere afstand van het Markermeer, maar zijn allemaal impulsen voor een leefbaarder Lelystad! Overigens is het Natuurpark gemakkelijk te bezoeken vanaf de eerste aanlegplaats in de Larservaart, varend in de richting Harderwijk, terwijl de volgende aanlegplaats tegenover het Aviodrome is gelegen (wel voorzichtig: er moet een drukke verkeersweg overgestoken worden, maar er zijn verkeerslichten).
Zoals eerder gemeld kunnen we verder via Dronten of buitenom via Markermeer en IJsselmeer. Uiteraard kan men ook via de Lage Vaart naar Almere varen.
Over de terugtocht over groot water is weinig te vertellen, behalve het advies niet uit te varen bij een windkracht > 4Bft en ook bij bestendig weer te zorgen voor een reddingvest voor iedere opvarende en als je geen marifoon hebt, een mobieltje met volle batterij mee te nemen. Natuurlijk bestaat ook de mogelijkheid van een oversteek naar Noord Holland, daarover meer bij route 9.
Om de Markerwaarddijk tussen Markermeer en IJsselmeer te passeren dient de Houtribsluis genomen te worden. Houdt daarna de Flevopolder -met voldoende afstand- in zicht.