Iets meer over Fryslân

Middelzee
De natuur is van grote invloed geweest op het landschap in het IJsselmeergebied. Tijdens de voorlaatste ijstijd schuurden de gletsjers uit Scandinavië brede, ondiepe dalen uit in het landschap. Zo ontstonden de merenslierten, Heegermeer, Fluessen en de Morra. De gletsjer nam materiaal mee uit het noorden zoals zwerfkeien, leem en zand. Maar ook de bestaande ondergrond werd door het ijsmateriaal opgestuwd tot hoge bulten, zoals nog te zien is bij b.v. Koudum.
Friesland zag er zo'n 1000 jaar geleden dan ook heel anders uit dan tegenwoordig. Aan de westkant lag de Zuiderzee en tot diep in het huidige Friesland reikte de Middelzee. Zeg maar tot de lijn Dokkum - Stavoren. Dit is het 'lage midden' van Fryslân.

Dijken waren er nog niet en elke winter overstroomden grote delen van het land. Een groot deel bestond uit venig moerasgebied met poelen en kreken, meertjes, elzenbossen, wilgenbomen, watergrassen en rietlanden. Toch woonden er in die tijd al mensen. Vooral op de wat hoger gelegen zandruggen, die verspreid in het gebied voorkwamen. De toenmalige bewoners deden steeds meer pogingen het woeste gebied onder controle te krijgen. Er werden vaarten gegraven en dijken gebouwd, maar bij zware overstromingen hielden de dijken het vaak niet en werd het land toch  overstroomd. Hierdoor spoelde de venige bovenlaag geleidelijk weg en ontstonden door de eeuwen heen de huidige Friese Meren. Het afgraven van veengrond, voor de winning van turf, droeg nog extra bij aan de vorming van het merengebied en ook het ontstaan van veel vaarten is te danken aan de turfwinning. Op die manier zijn bijvoorbeeld het Bergumermeer, de Leijen, en Alde Feanen/Princehof bij Earnewâld ontstaan.

In de periode rond 1500 ontstonden ook diverse dorpen. Daarnaast werden bossen aangeplant op zandruggen. Meertjes, moerassige gebieden en voormalige veenafgravingen werden ingepolderd en omgezet in goed ontwaterde weilanden. Het huidige "typisch Friese" landschap is dan ook vrijwel geheel door mensenhanden gevormd. Hier en daar herinneren moerassige natuurgebieden, bossages en kronkelige vaartjes nog aan het "woeste" landschap van vroeger tijden.

Het voormalige Middelzeegebied was eeuwenlang door de afzetting van zeeklei een welvarende streek. Dit blijkt ook uit het feit, dat alle elf steden die Fryslân telt juist in deze regio liggen. In de zeventiende en achttiende eeuw ontwikkelden ze zich tot centra, met een belangrijke regionale functie in handel en dienstverlening en in een enkel geval (Harlingen, Stavoren) tot havensteden waaruit Friese landbouwproducten overzee werden geëxporteerd. Veel van die boeiende geschiedenis is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven in het monumentale karakter dat alle elf steden grotendeels hebben behouden. De elf steden zijn: Leeuwarden, Sneek, Ylst, Sloten, Stavoren, Hindeloopen, Workum, Bolsward, Harlingen, Franeker en Dokkum, allen te vinden in route 11 t/m 14.

Een groot deel van deze tekst is ontleend aan www.fryslan.nl.

contact