kennisbank voor pleziervaart
         en scheepvaarthistorie
 
 

Belevenissen van andere schippers

  stuur zelf een verhaal

Zij & Hij.
(schipper in spe?)

Ideeën

"Weet je, ik heb een idee. Hé luister je wel" Ik was bezig met een vorig idee van mijn vrouw. Koper poetsen met azijn en dat is een rotidee, omdat ik het moet uitproberen en nu tijdens dat poetsidee had zij al weer een idee. Ik word stapel mesjoche van haar ideeën. "Ja lieverd, wat heb je nou dan bedacht?" en ik plaatste de koperen bel met klingel en al zo op het schone tafelkleed. Ik wist dat dit niet mocht, maar het is een afreageren op die stomme ideeën.

"Nou kijk ik dacht zo… Zet die bel op de krant!!! Kijk ik dacht aan een jacht, wij samen op een jacht". Zij keek heel verheerlijkt bij het uitspreken van dat idee en dan moet ik oppassen, want meestal kost het dan een hoop geld. "Op jacht, maar engel ik ben veel te zacht voor op jacht. Ik kan nog geen spin doodslaan, laat staan hazen en wilde zwijnen schieten". Ik had haar wel goed verstaan, maar ik mag graag even jennen. "Dat bedoel ik niet. Een jacht, een boot. Samen varen. Ontspannen op het water. Willem zijn zus en haar man hebben ook een boot". Willem is onze buurman, de zeikerd waar ik al jaren de pest aan heb, maar ik blijf zijn vriend. "Mens een boot is niks voor ons. Toen wij een paar dagen naar Schiermonnikoog waren en met de boot over moesten steken naar dat eiland zo groot als de voetbalvelden van de BV Veendam, was jij al wadziek en het was windkracht 2". Dat was niet waar. Het was noodweer. Om haar af te leiden had ik gezegd, ach het is maar windje twee, maar dat waren meer de windkrachten van mijn angstwinden die ik over de reling liet floepen, want ik kneep hem zelf ook.

"Op een jacht van onszelf heb je het zelf in de hand met de windkracht, dus niet zeuren over Schiermonnikoog en denk eens aan al die besparingen als wij zelf met ons jachtje naar Schiermonnikoog varen. Dan bespaar je de kosten van de overtocht met rederij Wagenborgen". Mijn vrouw haar logica is heel logisch voor haar denkwereldje, maar niet voor de mijne. "O je bedoelt dus geen jacht, maar een zeilboot zonder motor en dan op de gratis wind naar Schiermonnikoog varen?" Ik begon weer ijverig aan de bel te poetsen, want ik zag de bui al hangen.

"Nee geen zeilboot dat is zo alledaags. Nee een groot jacht. Kijk zoiets als die daar langs vaart". Wij wonen aan het water en dagelijks gaan er honderden boten langs, maar de boot die zij nu aanwees leek wel op de Groene Draak van de koninklijke familie. "Maar lieverd zo’n boot is voor rijke bootjesmensen en wij zijn maar arme landrotten die nauwelijks de economische achteruitgang op kunnen vangen". Stom, dit had ik niet moeten zeggen, maar het was er uit voor ik er goed bij na dacht. "Nou moet je eens goed luisteren oude man". Als zij boos wordt noemt zij mij oude man of oude zeikerd, net als ik Willem noem. Ik ben ook 23 jaar ouder dan zij maar, Willem is weer 15 jaar ouder dan ik. "Ik luister lieverd doe ik toch altijd" en maar poetsen op die rot bel. "Luister wij hebben het niet slecht en altijd flink gespaard en nu is het afgelopen. Wij gaan morgen op botenjacht".

Hele visioenen van lege spaarrekeningen, schepen die vergaan en ik word op het Ketelmeer neergelaten in een watergraf met de Groninger vlag halfstok in de mast en Willem die op de dijk staat te glunderen om mijn heengaan tussen de zoetwatervissen.

Bootmakelaar

Aan het ontbijt las ik met leesbril in de zaterdagkrant dat het noodweer was geweest in midden Europa. Maar mijn lief engeltje zat in haar kort nachthemdje met een scheepsankertje op de voor en achterzijde de vaarkrant te bestuderen en de ho, ho en de ha, ha was niet van de ontbijttafel weg te krijgen. Plotseling stond zij op, krioelde met haar beide handen door mijn lang grijs haar en ik dacht dit word een fijne zaterdagmorgen. Ik deed mijn bril af en begon mijn overjarige ochtendjasceintuur los te maken en mijn rechterhand ging richting het scheepsankertje op de voorzijde van het nachthemdje.

"Kom op, ouwe aankleden. Wij gaan naar Pro Aqua". Mijn hand daalde van haar ankertje af naar de ceintuur van mijn ochtendjas die op de grond was gevallen. Ik denk verrek Pro nog iets, daar heb ik nog nooit van gehoord en mijn kennis van onbekende dorpen is toch wonderbaarlijk goed maar waar ligt dat in vredesnaam Pro Aqua, nooit van gehoord. Daar gaat mijn zaterdagochtend gevoel van blijdschap en samenzijn in zonde en liefde. "Maar lieverd, laten wij nou eerst nog weer even gaan liggen. Wij samen zo heerlijk fijn, zo dichtbij, zo zacht, zo lief". Alles kwakte ik in mijn versiertoer waar ik vroeger zo sterk in was. "Morgenvroeg ouwe, maar nu snel in de kleren. Wij gaan naar Meppel naar de jachtmakelaar Pro Aqua". Ik kon hoog springen of laag springen. Ik kon zeuren over al mijn ziektes die mij beperken in het reizen, het hielp mij niet. Geschoren en gewassen stond ik bij Willem voor de deur om te vragen of hij met ons meeging naar Meppel boten kijken bij de bootmakelaar en dat dit idee van mijn vrouw was omdat zij dacht dat Willem technische kennis had van boten, omdat zijn zus en haar man een boot hadden.

Maar dat ik dacht dat Willem liever thuis wou blijven omdat hij op zaterdagmorgen zijn twee parkieten in bad deed. Maar niks. Willem was vereerd en Willem was vanwege zijn zuster zeer kundig op bootgebied. Bah, al vaak heb ik hem het advies gegeven van ga toch bij je zus in wonen, maar nee hij blijft te dicht in mijn buurt.

Ik zat een uur later in een taxi naast Willem, die een oude Duitse zeemanspet op zijn hersens had. Hij leek verdorie op een oude zeepiraat die het zeemanshuis ontvlucht was om een dagje uit te gaan. Mijn lieve engel zat met de chauffeur te praten over jachten en vaartochtjes naar Engeland. Zij deed dit zo enthousiast met handgebaren erbij dat de taxi bijna te water werd gelaten door een chauffeur die de zenuwen kreeg van het gedrag van mijn lieverd en je kon zien dat hij blij was dat hij ons bij het station kon lozen. In de trein op weg naar Meppel begon de overjarige zeepiraat Willem al zijn bootkennis tentoon te spreiden en ik dacht, hoe kan ik die gek straks van een loopplankje afduwen. Na de trein weer in een taxi, die ons na 10 minuten afleverde bij Pro Aqua. Bij het uitstappen zei Willem au, want mijn schoen met stalen neus raakte hem. "O kijk nou eens ouwe schat, hier liggen er wel honderd te koop". Als achter ouwe het woord schat komt dan wordt het linke soep en die klojo van een Willem, "Ja buurvrouw die gaan wij allemaal bekijken. Ik zal zorgen dat jullie de beste er uit zoeken" Ik stop die vent nog eens bij zijn parkieten in een kooi.

Boten en nog eens boten

"Kijk mensen, dit is de lijst met de te koop liggende jachten de nummers op de lijst corresponderen met het nummer dat op de gele bordjes van het jacht staat. Alle jachten zijn vrij toegankelijk, maar wilt u wel, als u het schip verlaat, de kajuitdeuren of zeilen sluiten. Als u nog vragen hebt schroom niet en kom naar het kantoor en ik zal u informeren". Wij zaten nu in een soort kantine van de Doerak (Doerak is een type schip) jachtmakelaar en dronken zijn automaatkoffie, die mij acuut maagpijn bezorgde, net als zijn botenlijst met 113 te koop liggende boten. Willem zat de lijst te bestuderen alsof het een playboy was en mijn jonge vrouw had het nu al over nummer 30 op de lijst. Het jacht Diamantha, dat zij o zo’n mooie naam vond, maar ik niet, want ik zag alleen maar de vraagprijs 84000,- euro. "Lieverd ik vind de nummer 4 bofkontje een Doerakje van 6 meter veel mooier". Dat was een opknappertje van 3000,- euro en ik dacht dat past mij beter en ik heb gelijk Willem aan het schuren en schilderen. Dan kan krijg ik eindelijk eens iets van hem terug, want mijn schuurmachine en kwasten heeft hij, net als alles wat hij van mij leent, nooit teruggebracht.

"Kom wij gaan beginnen met een bootje kiezen". Verdorie zij doet net of het een pakje boter is met haar bootje kiezen. Niks kiezen. Ik zal alles afkraken en als Willem zijn bek niet houdt dan. Bah, ik zag helemaal geen loopplankjes waar ik hem af kon sodemieteren. De schepen lagen allemaal aan brede loopsteigers. "Ach dit is hem. dit wordt hem". Wij stonden op de voorplecht van nummer 50, een Lauwermeerkruiser uit 1978 van 10.50 meter lengte. Een compleet net schip stond er op de lijst en Willem liet gelijk zien dat hij verstand van boten had, want volgens hem was deze boot best wel zeewaardig. Ik stampte wat met mijn ijzeren neus schoenen en liet de Lauwersmeerkruiser kennis maken met mijn gewicht. Ik ging even schommelen en ik had Willem en mijn lief engeltje zo op de loopsteiger staan. Toch wel wat wiebelig ding, zei Willem. "Dit wordt hem. Dit is het helemaal". Ik denk, verrek ik krijg niet een boot maar een hele vloot. Mijn lieverd stond samen met Willem op nummer 82, een Rijnmondkruiser. Ik bleef maar op de steiger, want al dat op en afstappen werd ik behoorlijk zat. "Deze wordt het niet schat. Deze is al verkocht en ik had een lieve lach om mijn mondje". Ik had namelijk de lijst overgenomen en nummer 82 was doorgestreept. Vijf uur later. Ik zat in de kantine toen er een doodvermoeide oude zeepiraat met de pet scheef op zijn kop binnen kwam. Mijn lief engeltje strompelde achter hem aan, want zij was op nummer 55, de Dolfijn, uitgegleden. Pats, plat op het dek. Zij wou nu maar naar huis, want zij zag het niet meer zitten. Zij had teveel boten bekeken en kon nu geen keuze maken. Willem probeerde nog even dat nummer 64, een Pikmeerkruiser, toch echt wel wat voor ons zou zijn. Maar hij hield gelijk zijn mond toen hij in mijn licht groene ogen keek. Mijn lieverd ging thuisgekomen maar vroeg naar bed. Ik dacht, hoera, dat is fijn gezellig, maar niks niet gezellig. Ik hoorde haar na 5 minuten al hardop dromen. Zij sprak veelvuldig over Willem.

Ik heb het bed verlaten, een briefje voor Willem geschreven en dat bij hem in de brievenbus gegooid. Op het briefje had ik met krulletters geschreven en een paar duivenveertjes, gevonden op het balkon, bij de enveloppe in gedaan:

Dit is een dreigbrief.

Willem moet onmiddellijk zijn omgang met nummer 117 verbreken. Als Willem geen gehoor geeft aan deze dreiging dan zullen zijn parkieten in vrijheid uitvliegen en Willem zal verbannen worden naar de vrijgekomen parkietenkooi.

Is getekend maffioso.

Oorlog aan land

"Nee, wij hebben geen enkele ervaring, maar mijn man was goed met autorijden. Die boot van 16.50 meter waar ook een douche op zit, die wil ik huren".

Ik was wakker geworden uit een nare droom over kikvorsmannen die mij niet konden vinden en nu hoorde ik mijn engel door de telefoon praten over huren van een douche en iets van zestien en halve meter. Ik had mijn oordopjes nog in om mijn Duitse onderburen niet te horen doen wat ik ook doe, maar dan zonder muziek en oorlogskreten van ik kom en ik steek hem…. "Doe die gele dingen uit je oren en luister" Dit wordt geen prettig ochtendontbijt en ik legde mijn dopjes met oorsmeer op de fruitschaal naast de nectarine. "Nou vraag ik je toch. Ik heb een bootverhuurder uit Sneek gebeld om een jacht te huren en nu wil die man…. Pak onmiddellijk die vieze doppen van de schaal. Waar was ik nou. O ja, hij wil mij niet op zijn jacht hebben, omdat ik nog nooit gevaren heb en hij zegt dat ik eerst mijn vaarbewijs moet halen, maar dan nog twijfelt hij om zijn luxe jacht te verhuren aan een stel onkundige recreanten. Wat vind je hier nou van". Ik hou ongezien heel veel van die bootverhuurder. Precies een man naar mijn hart. Maar bij mijn lief engeltje vlogen de spetters uit haar lief mondje tegen mijn brillenglazen zonder ruitenwisser en ik zag mijn engeltje met stippen. Ik denk, wegwezen, verlaat het oorlogsterrein voordat zij mij gebruikt als afweergeschut, want ik heb alleen twee oordoppen om mee te gooien.

"Lieverd doe toch rustig aan. Wij hebben toch ook geen vaarervaring. Weet je wat, ik ga naar Fleurop en koop een bosje waterlelies voor jou, mijn allerliefste. Misschien is een stacaravan wel wat voor ons. Daar heb je geen vaarbewijs voor nodig". Dat van die stacaravan had ik niet moeten zeggen, want nu komt zij weer terug op wat ik al zo vaak heb moeten horen zonder oordoppen. "Meneer dacht aan een stacaravan. Meneer is zeker al vergeten dat meneer ooit een stacaravan kocht voor 17.500 en dat meneer er 8 weken later nog maar 9.500 voor terug kreeg omdat meneer een verrot woonwagenkamp geval had gekocht op een camping met buren die 6 kinderen hadden, waar meneer zo onrustig van werd omdat die bandieten meneer zijn rust afnamen en het caravan kamperen, dat leven als god in Frankrijk moest worden, een financieel debacle werd. Dus hou je grote mond over stacaravans". Wat is zij toch mooi als zij boos is en sputtert. "Lieverd ik ga douchen, want ik ben nat om mijn kop" Ik liep gelijk weg van het slachtveld. Ik kan niet tegen zoveel sputter de sputter geweld. Toen ik helemaal opgefrist en aangekleed de kamer waar binnenkwam, was het alsof ik weer droomde maar nu niet van kikvorsmannen, maar van een zeemeermin. "O ouwe wat ruik je lekker fris. Kom kus, mmmmmmm o ouwe wat ben je toch een stuk. Mijn lekker stuk mmmm". Verdorie wat is er gebeurd. De Staatsloterij is pas dinsdagavond en net nu ik mijn helemaal heb aangekleed doet zij net alsof ik mij weer moet uitkleden omdat ik zo lekker ruik.

"Lieve ouwe schat, lieve oude krullenbol. O lieverd, wij gaan morgen weer naar Meppel, naar vaarschool Veenstra. Wij krijgen de hele dag les op een doerak van 8 meter. O schat, zalig. Wij bouwen aan onze vaartoekomst. Wij op het water in de natuur. O schat wat ben ik gelukkig".

Ik niet. Wij bouwen niks. Hooguit aan de ondergang, net als met de Titanic.

Vaarschool

"Kijk, zo leg je een knoop om de stootwilgen aan de reling vast te maken".

De instructeur, die meneer Veenstra zelf bleek te zijn, leerde ons om een knoop te leggen, zodat de Doerak beschermd werd voor weet ik veel wat allemaal. Die stomme Doerak boot stond mij zo tegen. Dat kreng van een schip lachte mij doerakachtig toe, net alsof het zei, kom maar ouwe, ik zal je vandaag laten verzuipen in het Meppelerdiep en dat kost mij nog 280 euro ook. Bah. Maar mijn Engeltje hing aan de lippen van meneer Veenstra en die gek van een vent ging haar complimenten maken dat zij zo’n mooie knoop kon leggen. Ik dacht, je moet nog even doorgaan instructeurtje, dan zal ik een knoop leggen. Een hele mooie knoop om je nek en ik hang je in dat half vergane Doerak mastje te kijk.

"Kijk mensen als je hier op drukt, dan start de motor. Kom mevrouw, ga maar op de stuurstoel zitten. Starten en dan kan meneer de touwen losknopen en wij gaan varen". Meneer maakt helemaal geen touwen los. Meneer gaat zitten kijken hoe het schip tegen de brug aanvaart die daar ginder ligt. Een vrouw achter het roer, zeker die van mij, daar komen aanvaringen van. Maar ik zei tegen de meneer dat hij zelf de trossen maar los moest gooien, omdat ik mij nu eenmaal moeilijk beweeg en ik niet geschikt ben voor matroos. Hij begreep het en stortte al zijn aandacht op mijn duifje, die daar zo mooi op de stuurstoel zat en uit het doerak raampje keek alsof wij op weg waren om een minicruise te maken.

"Kijk mevrouw, als het licht daar bij de brug op oranje springt, dan betekent dat de brugwachter bezig is om een opening te maken en als het op groen springt kunt u gas geven. Ja prima. U hebt aanleg. Het zit er helemaal in dat u een goede schipper wordt". Ik attendeerde de beide idioten op een naderend vrachtschip die mij heel erg groot voorkwam, maar het kreng ging linksaf en mijn vrouw ging vol gas tussen de brugopening door. Ik zag de vaarschool steeds verder van ons af liggen en er bekroop mij een gevoel van eenzaamheid hier op het Doerakje met twee waterratten en ik als eenzame landrot, die nu al wiebelig in de benen werd.

"Zo, als meneer nu even een half uurtje het roer overneemt, dan kan mevrouw even uitrusten. Ik vind het knap wat zij al kan". Ik deed net alsof ik gek was. Ik zag verdomme in de verte een sluis naderen en ik dacht, dat nooit met mijn handen aan het roer door die sluis. Ik ben ook lichtgelovig, dus het boek van Jan de Hartog "Schipper naast God" zou mij niet door de sluis helpen. Maar ik moest wel, want mijn krengetje ging van de stuurstoel af en de instructeur ging daar niet zitten, zodat ik wel moest om het doerakje voor een aanvaring met de dichte sluisdeuren te behoeden. Daar zat ik dan, ik voer recht op de sluis aan, vol gas, beide ogen dicht en ik dacht aan mijn testament. Meneer Veenstra greep in. Het gas ging er af en ik ging er af. Ik kwam die dag niet weer op de stuurstoel, maar ik ging blauwbekken in het vooronder. Ik legde mijn hele leven in handen van die twee gekken die het doerakje een doerakje lieten zijn waarvoor hij gemaakt is. Varen, varen en ik zong zacht voor mij heen "Berend Botje geen uit varen met zijn bootje naar Zuidlaren, de weg was recht, de weg was krom, nooit kwam Berend Botje weerom".

Ziek

Koorts, koud, warm, ik lag te rillen in bed. De dag vaarschool had mij een flinke kou bezorgd, maar mijn lieverd wist nu alles van boten. sturen, aanleggen, afmeren, door sluizen varen en van de verkeersregels op het water, die totaal anders zijn dan op de weg. Mijn engel was bekend met dieselscheepsmotoren, met boegschroeven en ankerlieren. Met bijna alles wat je moet weten om met boot te kunnen varen.

Maar ik wist ook genoeg. Ik had in een waterkampioen, die in het doerakje lag, gelezen dat je voor een boot van minder dan 15 meter lengte helemaal geen vaarbewijs nodig had. Ja, wel weer als zo’n boot harder kan varen dan 20 km per uur. Speedboten en dat soort snelle jongens. "Gaat het al wat beter ouwe. Ik heb hete citroensap voor je gemaakt". Ik had alleen maar zin in rust en zeker niet in zure citroenensap. ‘Kijk lieverd, lekker warm opdrinken. Ik ga even naar de Bruna om een boten te koop boek te kopen. Daar staan wel 700 boten in die te koop zijn. Nou lieverd, doe kalm aan. Ik ben zo terug hoor. Kan ik nog iets voor je meenemen?" Ik kreunde zo erg, net alsof ik de pijp uit zou gaan en zij mij volgens mij nooit zo alleen kon laten om naar de stad te gaan. Zachtjes murmelde ik iets van, lieve schat blijf bij mij, laat mij nooit alleen, ik hou zo van jou en dat soort theater, maar verdorie het hielp mij niets. "Stumper, kom lekker onder de dekens blijven. Morgen gaat het vast wel beter. Nou ik ben zo terug hoor. Als er iets is, dan kun je altijd nog Willem bellen. Dag". En weg was het engeltje, die nu in mijn koortskop een huwelijksmonster werd. Ik voelde mij bedrogen en zeer verlaten. Ik stond op en ging een sigaretje roken en een kop zwarte koffie drinken. De voordeurbel ging. Ik keek door het kijkgaatje en zag de rotkop van Willem. Ik liet de deur gesloten. Ik kan nu geen Willem verdragen. Ik ging weer naar mijn koffie, keek naar buiten en zag de vele bootjes over het zwarte water gaan. Hoe krijg ik dat bootidee nu uit haar kop. Wat kan ik doen zonder een scheiding te hoeven aanvragen. De telefoon rinkelt mij uit mijn scheiding gedachten. "Hallo". Om meer te zeggen had ik geen energie voor. "Hallo, hallo hier met Willem. Ik was net aan de deur, maar je hebt de bel niet gehoord. Ik wil met je praten. Mijn zuster wil haar boot verkopen. Ik dacht, misschien is dat net wat voor jullie. Het is een nette goede boot en ik kan jullie dan heel veel helpen, omdat ik de boot van mijn zus goed ken en…. ben je er nog wel". Ja, ik was er nog wel en heb alles gehoord wat die gek uitkraamde. "Willem houd je kop. Ik zit hier een beetje dood te gaan en waag het niet om dit tegen mijn lieve vrouw te zeggen wat je nu wel tegen mij vertelde, want gegarandeerd ik vermoord je waar je bij staat en je zus ook".

Ik dacht gelijk aan de fles ether die ik nog in het medicijnenkastje had staan. "Hallo, hallo buurman. Ik begrijp dat je vrouw er niet is. Ik kom vanavond wel even een bakkie doen. Dag buurman". Ik schreeuwde nog in de hoorn of hij mij niet had verstaan, maar dat stuk ongeluk had al opgehangen.

Toen mijn engel terug was van de stad met haar boten te koop boek, was ik geschoren, gewassen en netjes aangekleed. Ik keek met mijn vriendelijkste uitkijk en zei haar dat wij vanavond in de stad een hapje zouden eten en daarna een filmpje pakken in de bioscoop. "Ben je dan nu ineens niet ziek meer schat".

Nee lieverd, ik vlucht voor wat die gekke Willem hier wil aanrichten, maar dat kon ik haar niet zeggen. Wij aten bij El Torro de Mexicaan. Ik zat een half uur op een stuk stierenvlees te snijden en dacht aan de kop van Willem, maar ik kreeg het vlees niet in stukjes. In de bioscoop draaide maar één film, de ondergang van de Titanic.

Vreemd gevoel

"Ik heb net een gevoel alsof ik in verwachting ben". Ik lag op mijn linkerzij dicht tegen mijn lief Engeltje aangevleid. Ik hoorde wat zij zei en stond binnen één seconde naast de grenen twijfelaar. De pyjamabroek was door dit heftige uitbed stap gedonder gezakt naar niveau enkels en ik stond daar voor paal. "Zeg dat nog eens wat je daar net zei". Verdorie zij zei precies hetzelfde, maar dat kan niet waar zijn. "Maar lieverd ik ben al meer dan 8 jaar gesteriliseerd. Mijn zaadjes zijn zo dood als een pier. Dat kan toch niet". Zij zal toch niet met Willem? Nee natuurlijk niet. Die ouwe zeikstraal dat bestaat niet, maar zij heeft wel 5 jonge collega’s, maar nee, mijn lief engeltje. Ik zie visioenen van vreemde kerels in mijn twijfelaar. Ik wordt overmand door verdriet om een kind te krijgen die niet van mijn zaadjes afkomstig is. "Hier schat, luister maar eens naar mijn buik. Je hoort het gerommel van een kindje en het schopt ook al" Ik boog mij voorover, zodat mijn rechteroor op haar buik belandde. "Ga door ouwe, dat is lekker". Verdorie ik was er weer ingetuind. Dat is haar vreselijke manier van mij uit bed te krijgen om brood en koffie te maken. Toen ik de krentenbol met weinig krenten tot mij wou nemen ging de voordeurbel en kwam Willem even doen wat hij gisteravond van plan was. Hij verkocht bijna ongezien de boot van zijn zus aan mijn lief vrouwtje, die gelijk helemaal weer in de bootjesstemming kwam. Zelfs na het zien van de film van gisteravond, waarin zoveel lui verzopen in het kolkende water.

De boot van Willem zijn zus moest 45.000 euro kosten en het kreng is van 1980 dus 22 jaar oud. Nou zegt dat niks voor een boot, maar wel als dezelfde motor er nog in zit. Als hij ook nog niet voldoet aan de eisen zoals een vuilwatertank, dat verplicht wordt, dan gaat dat nog veel meer kosten. Deze kennis had ik uit de boeken gehaald die ik stiekem had bestudeerd. Ik ging, toen Willem was vertrokken, mijn lief engeltje een koude douche bezorgen:

Prijzen in euro’s

Aanschaf boot 45.000
ANWB aankoopkeuring 275,-
Ligplaats jachthaven 800,-
Winterberging 525,-
Jaarlijks onderhoud 750,-
Motorrevisie 12.500
Vaarkosten om te varen 450,-
Aanlegkosten passantenhavens 300,-
Verzekeringen 385,-
Onvoorzien 450,-

"Hou maar op. Het is mij helemaal duidelijk. Je hebt gelijk. Ik wil geen boot meer". Zij was stil. De hele dag was zij stil. Ik begon al te denken aan een dagbootje, zoals een weekendkruisertje of een niet te dure roeiboot. Ik kreeg medelijden, maar dat was niet nodig. ‘s Avonds toen wij op bed lagen schoot zij omhoog en riep "ik heb het. Wij gaan ons een stacaravan aan het water kopen met een eigen aanlegsteiger, een bootje erbij en dan zeggen wij de huur op van dit huis en gaan daar permanent wonen.

Zwolle, april 2003
Meindert Viswat
m.viswat@home.nl