kennisbank voor pleziervaart
         en scheepvaarthistorie
 
 

Belevenissen van een landrot

  stuur zelf een verhaal

Beurtveer 2003 Workum,
De landrot en De Beurtveer.

Inleiding

Nadat mijn oom, schipper van de Ontdekking, mij reeds 2 jaar achter elkaar een week voor de start had gevraagd om deel te nemen aan De Beurtveer, heb ik mij in 2002 opgegeven om in 2003 dan een keer mee te gaan. En zo kwam het dat ik van 13 tot en met 16 oktober 2003 tijdens De Beurtveer 2003 deel heb mogen uitmaken van een trotste 16-koppige bemanning, die met veel bravoure, plezier, enthousiasme, doorzettingsvermogen en fanatisme De Beurtveer heeft volbracht.

Pieter, Jeanette, Jodi, Ernst, Marco, Esther, Roelof, Janne, Niels, Anne, Ralph, Jan-Willem, Daan, Marius, Philip en René, 16 zielen aan boord van De Ontdekking.

1. De Training.
2. De eerste kriebels.
3. De Ontdekking.
4. Lemmer.
5. Enkhuizen, Hoorn en Volendam.
6. Amsterdam.
7. Lelystad en Urk.
8. Medemblik.
9. Weer terug.

1. De Training.

Ik heb altijd gezegd, als ik met een wedstrijd meedoe wil ik winnen ook. Nu ben ik echter de landrot in dit verhaal en De Beurtveer is een heuse zeilwedstrijd voor platbodems, iets waar ik geen kaas van heb gegeten. De beste voorbereiding leek mij dan ook een weekendje mee met mijn nicht Jodi die zelf schipper is van een tjalk en tevens als navigator mee zou doen met de wedstrijd. Op 12 september 2003 bracht mijn lief mij in Stavoren alwaar ik inscheepte op de Wending om in dat weekend mijn zeildoop te krijgen. Hier volgt een korte impressie:
Als een badeendje in een badkuip, dobbert onze Wending op het IJsselmeer. Nu echter geen reuzenhand die onze tjalk als ware het een eendje de goede kant opduwt. Strakke blauwe lucht, een gezellige en rustige groep aan boord. Maar geen noemenswaardige wind. Ik vind het in eerste instantie een eer dat ik het vertrouwen krijg van de schipper en het stuurwiel mag beroeren, maar ik krijg al snel door dat er met zo weinig wind niets mis kan gaan. Qua training is dit een slecht weekend, we moeten gewoon in de rechte lijn varen anders halen we niet eens op de tijd de havens. Overstag gaan zit er dus niet bij. De groep vindt het prima, ik baal een beetje vanachter mijn zonnebril en vanachter mijn boek.

2. De eerste kriebels.

Het is 6 oktober 2003 en volgende week is het zover, dan is de start van De Beurtveer. Op mijn werk weet nu zo'n beetje iedereen wat ik in de herfstvakantie ga doen en de reacties zijn verschillend. Mensen die zelf zeilen, kijken me bewonderend aan, anderen vragen zich hardop af of ik me wel helemaal lekker voel, maar allemaal wensen ze me veel sterkte. Ik leef er langzaam naar toe en probeer me er vooral niet teveel van voor te stellen. Er is telefonisch contact geweest met de schipper en ik heb inmiddels een lijstje met wat mee te nemen. Eigenlijk staat er niet zoveel op, behalve dan droge sokken en warme kleding.
Vandaag rijd ik toevallig voor mijn werk van Urk naar Lelystad en kom onderweg over de Ketelbrug. Ik zie de windzakken gevuld aan hun masten wapperen, ik zie de wieken van de windmolens met gezwinde snelheid hun rondjes maken en beneden op het water zie ik de koppen schuimen. De eerste kriebels beginnen te kriebelen.

3. De Ontdekking.

En dan is het zover; het is 13 oktober 2003. Vandaag is de start van de Beurtveer en ik doe mee. In de garage staat mijn van de zolder geplukt plunjebaal reeds klaar, naast mijn laarzen en regenpak. Mijn kin is sinds afgelopen vrijdag niet meer geschoren en vertoont reeds wat stoppels. Ik heb een koltrui aan en hoop dat ik er niet al te landrotterig uitzie. De routebeschrijving van de schipper klopt en dan komen de masten reeds in zicht, we rijden 't Soal in over het sluisje en we zien de bedrijvigheid. Ik gooi m'n plunjebaal over m'n schouder en daar staat de schipper al op ons te wachten. De snor, de baard, het gouden kottertje in het oor en de ogen die de kleur van het water hebben, dit is onze schipper.
Op de Ontdekking is het nog rustig, de jongeren zijn nog niet gearriveerd en ik maak benedendeks kennis met de basiscrew. De sfeer is ontspannen, er is koffie, thee en stroopwafels en ik probeer de namen te onthouden, wat me nog niet helemaal lukt. Er is er zelfs een bij met een hanekam! Ik was gewaarschuwd, maar in het leefruim is de stahoogte inderdaad beperkt. Ik ga eens even kijken in de keuken, waar ik wel kan staan, omdat de schipper mij daar deels heeft ingedeeld. Onze kokkie Roelof is bezig met de inventarisatie en maakt ondertussen een boodschappenlijst. Nog wat onwennig praat ik wat hier en daar en vertel ik tot mijn spijt nog maar eens een keer dat ik niet zo heel veel zeilervaring heb. Maakt niet uit joh, komt wel goed joh, oh maar dat leren wij je wel joh en als het maar gezellig wordt joh, wordt mij bemoedigend meegedeeld. Waarschijnlijk denken ze nee hè niet weer zo'n landrot, die zullen we eens aanpakken deze week.
Ik loop wat hier, sta wat daar en maak een praatje met mijn tante die arriveert met de reeds traditionele appeltaarten die zij elke Beurtveer maakt. De uren daarna is het een gezellig gebeuren rond het schip. De jongeren van de zeevaartschool arriveren, we krijgen aan boord een korte instructie over hoe en wat, over termen en namen, we helpen met zijn allen om de laatste proviand aan boord te krijgen en een enkeling, waaronder ik, babbelt nog wat met zijn lief omdat het nu bijna zover is. In de haven is het gezelligheid troef, dagjesmensen kuieren rond en in de haven ligt een schip daadwerkelijk geladen met mest (voor de strontrace). Omroep fryslân is ook van de partij en schiet de eerste plaatjes.
Dan klinkt ineens de knal en maken de skûtjes die deelnemen aan de strontrace zich los van de kant en gaan de zeilen omhoog. Een prachtig gezicht hoe die schepen de haven uitzeilen.

Ik overleg net met mijn lief om nog even een bakje kibbeling te scoren, als de schipper mij maant in de buurt te blijven, want wij gaan aanstonds. Onze buurman een klipper die rolstoelers aan boord heeft, haalt zijn touwen binnen en gaat er langzaam vandoor. Bij ons neemt de opwinding toe, er wordt nog een laatste groepsfoto gemaakt en dan gaan de gasten van boord. Het achtertouw gaat los, het voortouw ook, de fok gaat omhoog en . hé we gaan. Zolang aan gedacht, zolang op gewacht en ineens ga je dan. Jeanette stuurt ons Workum uit, terwijl het grootzeil voor de eerste keer omhoog gaat. Hé daar staan mijn lief en mijn tante met haar vriendin in een weiland nog te wuiven, ik zwaai stoer een keer terug en dan is daar het IJsselmeer. De Kluiver gaat erbij. Om 14:37 uur precies gaan we over de startlijn en liggen we in de race. Allereerst gaan we naar Lemmer.
Aan boord zoekt iedereen een plekje, op het water is het fris en de mutsen gaan al op. Er is wind genoeg en we gaan met een lekker gangetje voorwaarts. De bemanning is nog wat onwennig, men wil graag, maar er is nog niet veel te doen. De schipper bepaalt. Er gaat een reef in het grootzeil en de kluiver wordt vast gewisseld. Van wat ik hoor is Lemmer een lastige haven om in en uit te komen, dus we kunnen gauw genoeg aan de bak. Ondertussen worden de bakstagteams bepaald en wordt uitgelegd wat ze moeten doen. Ik zit beneden om te schrijven als er boven enthousiast geschreeuw weerklinkt, het is 16:15 uur en we gaan voor de eerste keer overstag.

4. Lemmer.

Alle hens aan dek, bakstaggen worden gezet en gelost en ik sta achterop aan de lier van het zwaard. Dit valt tegen. Ik draai als een gek, vraag 5 keer of ik er al ben, maar steeds moet ie nog wat hoger. Op het voordek, is er nu continu bedrijvigheid, de kluiver wat strakker, de fok wat losser en daarna weer andersom. Op het achterdek is er geregeld overleg. Vanuit de roef geeft onze navigator de te varen koers aan. De schippers overleggen, hoe reageert het schip, gaan we niet te hoog, of juist te laag, neigt het schip door te vallen of is het juist loefgierig. Ik houd wijselijk mijn mond, maar geniet van het feit dat iedereen het zo serieus neemt en het zo goed mogelijk wil doen.

Op het menu staat stampot andijvie met spekjes en terwijl "ploeg Jeanette" gaat eten, gaat "ploeg Pieter" overstag, dit als test om te kijken of het met 8 man lukt. Het lukt. Daarna gaan wij aan tafel. Roelof heeft lekker gekookt en we eten in stilte. De olielampen schommelen mee met het schip dat kraakt en piept. Eigenlijk zou de wacht nu ingaan, in ploegen 4 uur op en 4 uur af, maar iedereen wil er nog bijblijven. We spreken af dat na Lemmer de wacht ingaat.
We kruisen op Lemmer af en dat betekent vaak overstag. Een keer gaat het ietwat mis, we gaan mooi overstag maar het schip draait ineens terug en de giek komt overwaaien. Het commando "bukken" weerklinkt en iedereen gaat plat. We komen met de schrik vrij, maar iedereen weet nu wat ie moet doen als het commando bukken klinkt.
En dan nadert Lemmer, het is al donker en we proberen de haveningang te naderen. De wind is ongunstig en zwakt ook nog af. Het lukt ons steeds net niet om er door te komen. Dan besluit de schipper tot het maken van een piroutte en met een krappe 2 meter tot de kant, komen we de havenkom in. Nu moeten we nog rond het dijkje.
Met veel kruisen en een boom die sneuvelt, ronden we het dijkje en liggen we in de haven, alleen moeten we nu nog naar de kant. Het anker gaat uit en door het anker te laten vieren en de fok bak te houden, drijven we langzaam met de kont naar de steiger. Voor het eerst gaat de Zodiac het water in en brengen Jeanette en Roelof een touw naar de kant. Door aan het touw te trekken en het anker te laten vieren, liggen we uiteindelijk aan de steiger en kan Roelof los. Hij sprint er vandoor om vanuit de telefooncel contact te leggen met de jury, zodat we weer verder kunnen. Net als we het erover hebben om wat mensen achter Roelof aan te sturen, verschijnt er een schim in het donker en staat hij ineens weer aan dek. Het touw gaat los, het anker wordt ingehaald en we zeilen al vlinderend Lemmer weer uit. De wind staat nu gunstig en het is nu volgas naar Enkhuizen. Overigens is het inmiddels 3:50 uur en hebben we er bijna 4 uur over gedaan om Lemmer in en uit te komen. We worden aangenaam verrast met een rookworst en daarna gaat de wacht in. Onze ploeg mag de kooi in. In het donker kleed ik me uit en kruip ik in mijn slaapzak. Ik denk nog even aan mijn lief en vraag mij voor de 1e keer af, waar ik aan ben begonnen.

5. Enkhuizen, Hoorn en Volendam.

Het is 14 oktober 2003 07:00 uur des ochtends en Daan komt ons wakker maken. Ik had nog gedacht dat ik nooit zou kunnen slapen, maar het is toch gelukt. Langzaam wordt iedereen wakker, rommelt wat en hijst zich in het pak. Eenmaal aan dek maken we nog net mee dat we op de motor (hier is het verplicht) de sluis bij Enkhuizen in varen. Wij zijn hier het enige schip op dit moment, dus zodra we in de sluis zijn gaan de deuren al weer dicht en kunnen we er al snel weer uit. Bij Enkhuizen hoeven we niet de haven in, het door de sluis gaan volstaat hier. Zodra we uit de sluis zijn, moet onze ploeg meteen vol aan de bak. De zeilen moeten weer omhoog en na zo'n korte, onrustige nachtrust is dat weer even wennen. De andere ploeg verdwijnt benedendeks en gaat nu rusten. We stomen op naar Hoorn. Met windkracht 5 à 6 maken we gemiddeld 6,5 knopen en met een opkomende zon en de maan nog duidelijk zichtbaar is dit echt genieten. Overigens hebben we 's nachts tijdens onze rust een snelheid van 8,8 knopen gehaald!
Helaas voor het andere team, vliegen we bekant naar Hoorn en omdat de afspraak is dat zodra we een haven aandoen, de volledige bemanning aan dek dient te zijn, moet dat team na slechts 2 uurtjes rust al weer worden gewekt.
Met alle hens aan dek, zeilen we Hoorn in en middels een tactische manoevre met het anker, vlijen we tegen de aanlegsteiger aan. Roelof is nog niet weg of hij is al weer terug (2 minuten). Het schip wordt klaargemaakt voor vertrek en iedereen is weer in touw. De schippers en de navigator overleggen nog over de volgende haven. Eerst Volendam of eerst Blocq van Kuffeler. Het wordt Volendam, maar allereerst moeten we Hoorn nog uit zien te komen. Nu wordt het even spannend, want 2 jaar geleden ging het bij het verlaten van Hoorn mis en ging het roer verloren. Het lukt niet meteen op het zeil, dus vaart de Zodiac weer uit met een touw, waarna we met z'n allen het schip in de goede hoek trekken om uit de haven te kunnen komen. Het lukt en we zeilen Hoorn uit op weg richting Volendam.
De bemanning past inmiddels als een puzzel in elkaar en momenten als het doen van de afwas worden gekoesterd. Privélevens worden voorzichtig besproken en Jack the Ripper (Ernst) blijkt zo eng nog niet. We zeilen mooi naar Volendam, maar daar aangekomen blijkt dat er net een ander schip voor ons de haven in wil en daar moeten we op wachten. We gaan een paar keer overstag voor Volendam, terwijl de haventacktiek vast wordt besproken. De haven in gaat uiteindelijk heel soepel. Anne is deze keer onze loper en al vrij snel komt hij weer in zicht. Dit keer is de tactiek om met touwen het schip zover mogelijk en om het bochtje de haven uit te trekken. In twee teams zetten we ons schrap en meter voor meter trekken we de ruim 60 ton (= 60.000 kilo) door het water. En dan op het zeil knallen we het Markermeer weer op Volendam achterlatend.

6. Amsterdam.

Alles loopt nu gesmeerd. Waneer het signaal "klaarmaken" klinkt, komen er uit alle gaten hoofden omhoog en worden posities ingenomen. Niemand zeurt en iedereen gehoorzaamt de aanwijzingen. Na een welverdiende boterham gaat het nu met rond de 7 knopen op Amsterdam aan. Het is nu 15:15 uur en de bemanning oogt inmiddels wat vermoeid. Niemand lijkt dat verder te deren, want in Amsterdam is ons 5 uur slaap beloofd. In Amsterdam moet namelijk verplicht worden geankerd en dat hebben we allemaal goed onthouden. Om 17:03 uur gaat het anker erin en daar de koks de maaltijd klaar hebben, gaan we gezellig met de volledige bemanning aan tafel. Met het kacheltje aan en weer wat kleur op de wangen vallen we aan. Wat met zorg en liefde is bereidt, wordt binnen no-time verorberd. Na een toetje en nog een bakkie koffie, taait iedereen af en worden de kooien opgezocht. Om 02:00 uur worden we gewekt en rommelt iedereen weer in de kleren. Tijdens een bakkie en een broodje vindt in de roef alweer druk overleg plaats. Marco onze dektijger is al weer op het dek bezig om de zeilen klaar te maken, benedendeks zie je langzaam iedereen weer wakker worden. De slaap heeft ons goed gedaan.
En dan komt onze schone slaapster Esther te voorschijn. Op haar verzoek zingen we niet voor haar, maar ze is vandaag wel jarig en 30 geworden.
Om 03:58 gaan we los in Amsterdam. Na een paar klappen zijn we weer op open water en wordt richting Lelystad gezeild.

7. Lelystad en Urk.

In verband met de tijd, moeten we Blocq van Kuffeler laten voor wat het is en in het donker zeilen we richting Lelystad. Het is nu bitterkoud en bij gebrek aan voldoende mutsen worden zelfs theedoeken om het hoofd geknoopt. Het is wel weer een schitterende nacht, waarin de maan en de sterren zich volop laten zien. Voorop wordt met een zaklamp gezocht naar blinde boeien. Ook in het donker is het overstag gaan geen probleem. We moeten nu echter wel lange slagen maken omdat de wind uit het oosten waait en wij die kant juist op moeten. Een gemiste blinde boei wordt op slechts een meter gepasseerd en binnenvaartschepen worden tijdig gesignaleerd en gemeden. We kruisen achter een strontracer langs en door beide bemanningen worden volop aanmoedigingen over en weer geschreeuwd. Om 06:00 uur worden we verrast door kokkie met een cup-a-soup. De tocht naar Lelystad is lang en koud. Tussen het overstag gaan is het rustig aan dek. De meesten verblijven beneden alwaar in het schijnsel van den olielamp van een bakkie troost wordt genoten. Ondanks de koude hebben we natuurlijk wel geluk met het weer; er is genoeg wind en het is droog. De zon schijnt en het moraal lijkt niet stuk te kunnen. De schipper krijgt een bemoedigend (?!) telefoontje van de schippersvrouw die meldt dat de eerste schepen inmiddels weer terug zijn in Workum en zij vraagt zich af of we per ongeluk aan de 2004 editie meedoen.
We laten de moed echter niet zakken en na een gebakken ei van kokkie en een stuk taart van Esther, zit de stemming er weer helemaal in. Janne verdient hierbij trouwens een aparte vermelding, want als er maar even iets moet gebeuren, of als er twee extra handen nodig zijn, staat zij reeds paraat.
Dan komt eindelijk Lelystad in zicht. Met Marco tijdelijk even aan het roer, komt de mastpartij van de Batavia steeds dichterbij. In het zicht van de sluis gaat de motor weer aan, het zeil er af en zo varen we om 14:12 uur de sluis in. Dit was lelystad en nu is het op naar Urk. Het is nog steeds mooi weer en met een paar lange klappen komen we bij Urk. Dit wordt uiteindelijk onze snelste havenmanoevre. We landen mooi aan de steiger en ook hier is Roelof al weer aan boord voordat we doorhebben dat hij weg is. Met een touw wordt het schip op gang getrokken en op het grootzeil varen we om 19:00 uur Urk al weer uit.

8. Medemblik.

Er wordt snel gegeten omdat we dan nog wat tijd hebben tot Medemblik om nog wat te rusten of zelfs te slapen. Van slapen komt niet veel omdat de jongens melig zijn en het op moppentappen gooien, maar dit geeft eens te meer aan dat de stemming er nog steeds in zit.
Bij Medemblik gaat het mis. Een andere deelnemer is bezig om de haven uit te komen en blokkeert daarmee voor een deel de toch al smalle haveningang. Omdat wij ervan uitgingen dat dat schip nog in de haven zou liggen, moeten we op het laatste moment uitwijken en dreigen we op de klippen te slaan. De schipper kan niet anders dan de motor een klap te geven. We schampen een paal, maar veel erger wordt voorkomen en ineens liggen we in de haven. Geschrokken heerst er even enige chaos, de ankers worden uitgegooid en we liggen dwarsover in de havenkom. Als iedereen weer wat is bekomen van de schrik en er besproken is wat er allemaal wel niet had kunnen gebeuren, gaat de Zodiac weer uit om maar weer eens een lijntje uit te leggen. Met veel touwtrekkerij krijgen we het schip aan de steiger en met nog meer touwtrekkerij krijgen we het schip ook weer in de verlaat-de-haven-zonder-te-betalen-positie.
Met het grootzeil erop knallen we de haven uit (gaat rakelings goed met een motor die per ongeluk in vrij staat) en nu is het op naar Workum.

9. Weer terug.

Het is weer nacht en terwijl we een paar verdwaalde windmolens in het water passeren, vraag ik mij nogmaals af, waar ik in vredesnaam aan ben begonnen. Ik weet nu al dat ik mijn ervaringen overal wel kan vertellen, maar als je dit niet een keer heb meegemaakt, dan zul je nooit een goed beeld krijgen van wat De Beurtveer allemaal betekent.
Het is wederom een mooie en heldere nacht, maar mooi en helder betekent wederom ook erg koud. Ik klim maar weer eens het trappetje af naar beneden en tref een wirwar van mensen aan die zittend aan tafel, liggend op de bank en zelfs liggend op de grond in slaap zijn gevallen. Ik neem plaats aan tafel en ineens schrik ik wakker van de kreet "overstag". Ik blijk alleen beneden te zitten en heb niet eens gehoord dat de rest naar buiten is gegaan om de posities in te nemen. Dit wordt onze zwaarste nacht, omdat het gebrek aan slaap en de fysieke inspanning nu langzaam de tol begint te eisen. Het feit dat we richting Workum gaan, houdt ons echter op de been. Tijdens het ochtendgloren zien we Workum in de verte. Nu wordt het nog spannend om op tijd te finishen. We moeten voor 12:00 uur over de finish zijn, anders zijn we te laat en worden we gediskwalifeerd en dat zal ons toch niet gebeuren! Langzaam naderen we Workum en als we de haveningang hebben bereikt gaat voor de laatste keer de Zodiac van boord. Een lange lijn wordt op de kant gebracht en met 12 man jagend aan het touw en de rest bomend en al aan boord, wordt de Ontdekking om 10:30 uur over de finish getrokken. Het jaagteam wordt weer aan boord gehesen en met grote grijnzen, feliciteren wij elkaar. We hebben het gehaald!

Van de organisatie krijgen we een plek buiten de de haven toebedeeld, maar op verzoek van de schipper mogen we aan de andere kant van het sluisje parkeren en dit betekent dat we op de motor langs alle andere schepen door de haven mogen. Van alle kanten klinkt applaus en worden we toegeschreeuwd en hier worden we toch wel even stil van. Met een brok in m'n keel varen we langs alle andere deelnemers en staan we trots en fier op het dek. Eenmaal door de sluis, parkeren we het schip en beseffen we pas echt dat we er zijn. Na een gezamenlijke broodmaaltijd, mede verzorgd door de schippersvrouw die toch nog aan boord mag komen, maken we schoon schip en verschijnt mijn lief op de kade. Ik wil wel blijven voor het feest, maar voel me lichamelijk langzaam wegzakken en vol emoties neem ik afscheid van iedereen. Ik geef de schipper een ferme hand en hij vraagt me of ik volgend jaar weer meega, ik voel de spierpijn en de slaap al opkomen en antwoord dat ik het heel gaaf vond, maar dat ik daar nog eens goed over na moet denken..

Dronten, 2003
René de Vries