Sloep en reddingboot
sloep in de visserij
 



De benaming "sloop" uit Engelstalig gebied zou
afgeleid zijn van het Nederlandse woord "sloep"

 


Model van een zes-riems gig, ca 1825

 


Strandreddingboot eind 19e eeuw, toen al voorzien van waterlooskleppen en luchtkasten langs boord en onder buikdenning.

 


De ONJ "Sloep 650", waarbij de oervorm van de reddingsloep behouden is.

 


De fraaie kottergetuigde zeilsloep "Deerne" (visserman spiegelsloep).
Het is een kleine versie met kajuit van de beugsloep zonder zeeg uit begin 19e eeuw.

 


loggergetuigd


Een loodsboot onder vol zeil met van voor naar achteren: kluiver, twee emmerzeilen en druil.
Uitsnede van "Een Engelsche kanaal-boot of sloep" volgens Pieter Le Comte.

 

Onderstaande drie tuigage afbeeldingen zijn uit Practische zeevaartkunde van C.Maas

kottergetuigd


ragetuigd


tweemast ragetuigd

 

Vanaf 1941 werd in WO II door de geallieerden gebruik gemaakt van een airborne-lifeboat. Het was een houten reddingboot van 7 meter, voorzien van een mast voor fok en grootzeil en twee 5 pk Britannia-Myddy buitenboord motoren. De reddingboot wordt van het vliegtuig losgelaten en een stel kleine parachutes, die direct vrijkomen, zorgen er voor, dat de zes grote valschermen zich gemakkelijk kunnen ontvouwen. Zodra zij op het water is geland, worden de parachutes door middel van een raket, automatisch losgemaakt en tegelijk worden er aan beide zijden reddinglijnen afgevuurd, zodat deze door de drenkelingen kunnen worden gegrepen en zij zich gemakkelijker naar de boot kunnen bewegen.
Bron: Onze Vloot 1947

 


Advertentie uit 1955, bron scheepvaartforum.

Aquarel van Frans Arnold Breuhaus de Groot ( 1834 - 1872). Collectie Rijksmuseum. De bemanning probeert in de sloep op de achterplecht met hun gezamenlijk gewicht het anker uit te breken. Eigen interpretatie: Het is niet ondenkbaar dar er op de maat van shanties eendrachtig werd "geveerd".

 

Sloepschip


Dit type met plat overhangende spiegel werd overgenomen uit Frankrijk en bleef als vissersvaartuig o.m. vanuit Antwerpen nog tot eind negentiende eeuw in gebruik. Aquarel van Willem Anthonie van Deventer (1824-1893). Scheepvaartmuseum Amsterdam. Bron: Maritieme geschiedenis der Nederlanden.

 

Zeerovers sloop


De bij smokkelaars zeer geliefde snelle sloop werd ook door zeerovers niet versmaad. Deze 2,5 meter diepliggende 100 tonner, die 75 piraten en 14 kanonnen aan boord had, bewoog zich behendig door zeestraten en engtes waar de rovers zich schuil hielden. Afbeelding en tekst: Schepen van de grote zee,Time-Life international 1979

 


Model van een stoomsloep. Het model is gebouwd door modelmaker R.Brouwer op basis van tekeningen van de Koninklijke Marine uit 1916 die zich in de collectie van het Scheepvaartmuseum bevinden. De eerste stoomsloep van dit type werd in 1879 in Groot-Brittannië gebouwd voor de Hr.Ms. Atjeh. Daarna zijn deze sloepen ook in Nederland gebouwd voor schepen van de Gouvernementsmarine in Nederlands-Indië. Het model heeft een lengte van 1.65 m.