beschrijving

Pramen vanaf ca 1700

 

Als inwoner van Meppel moet ik natuurlijk de voorloper van de Overijsselse praam tonen, een Meppeler praam van voor 1800. De gaffel had geen vork en schoot voorbij de mast, maar de giek was wel met een klauw tegen de mast gebekt.

 

 

In de 19e eeuw werd de Meppeler praam langer en de zeeg verdween. Het schip leek daardoor slanker en kreeg als bijnaam snijboon. Hier een snijboon in de Thorbeckegracht te Zwolle [1870]. Het zou kunnen dat de schipper kleden langs de boorden heeft hangen om de gangen tegen uitdroging (kieren) door de zon te beschermen. Maar de kale bomen doen niet denken aan de zomer...

 

 

Een Hoogeveense praam aan het begin van de vorige eeuw. De lading turf werd gelost met manden.
 De turfscheepjes hadden vaak een volgbootje. In die "kluitenboot" werden gebroken turven voor arme lieden meegevoerd [GvdOB]

 


Robuuste Overijsselse praam (ook wel bok) rond 1925.

 


De "Friese praam" was geen praam maar een hektjalk.
Het achterschip heeft een staatsie, versierd hakkebord en roerkop.

 


Geladen mestpraam onder een laadstellage met kantelinrichting, Ids Wiersma.

 


Van voor naar achter: een met turf opgeloegde vletpraam, een overnaadse rijnaak en een ijzeren tjalk. Vletpramen werden in de Vechtstreek ook gebruikt voor de aanvoer van klei voor de pannenbakkerij (Zuilen) en de steenovens (tussen Maarsen en Breukelen).